56. unterstreicht, dass im Vertrag von Lissabon im Rahmen der GASP und der gemeinsamen Sicherheits- und Verteidigungspolitik die Einführung neuer Verfahren vorgesehen ist, um einen zügigen Zugang zum Haushaltsplan der Union zu gewähren und einen aus Beiträgen der Mitgliedstaaten gespeisten Anschubfonds zu schaffen; hebt dennoch hervor, dass alle externen Maßnahmen der Union grundsätzlich aus Mitteln der Gemeinschaft finanziert werden sollten und nur ausnahmsweise – im Falle einer Dringlichkeit – auf der Grundlage von Beiträgen von außerhalb des Haushaltsplans der Union;
56. wijst er op dat het Verdrag van Lissabon in het kader van het GBVB en het Europees veiligheids- en defensiebeleid voorziet in de vaststelling van nieuwe procedures die een versnelde toegang tot de begroting van de Europese Unie en het opzetten van een startfonds gevormd door bijdragen van de lidstaten mogelijk maken; benadrukt echter dat elk extern optreden van de Europese Unie in de regel moet worden gefinancierd met communautaire middelen en dat slechts onder uitzonderlijke omstandigheden, in noodgevallen, gebruik mag worden gemaakt van middelen die niet afkomstig zijn uit de begroting van de Unie;