Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «hat fehlen einer gesetzlichen vermutung » (Allemand → Néerlandais) :

Wie der Gerichtshof in seinem Entscheid Nr. 5/2007 vom 11. Januar 2007 ebenfalls erkannt hat, hat das Fehlen einer gesetzlichen Vermutung der Zurechenbarkeit in Artikel 67ter nicht zur Folge, dass die Zurechnung von Verstößen im Bereich des Straßenverkehrs zu Lasten einer natürlichen Person oder einer juristischen Person unmöglich würde, da diese Zurechnung durch den Richter nach den gemeinrechtlichen Regeln vorgenommen werden muss.

Zoals het Hof eveneens bij zijn arrest nr. 5/2007 van 11 januari 2007 heeft geoordeeld, heeft de ontstentenis van een wettelijk vermoeden van toerekenbaarheid in artikel 67ter niet tot gevolg dat wordt verhinderd dat de verkeersovertredingen ten laste worden gelegd van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, aangezien die tenlastelegging dient te gebeuren door de rechter volgens de regels van het gemeen recht.


Wie der Gerichtshof in seinem Entscheid Nr. 5/2007 vom 11. Januar 2007 ebenfalls erkannt hat, hat das Fehlen einer gesetzlichen Vermutung der Zurechenbarkeit in Artikel 67ter nicht zur Folge, dass die Zurechnung von Verstößen im Bereich des Straßenverkehrs zu Lasten einer natürlichen Person oder einer juristischen Person unmöglich würde, da diese Zurechnung durch den Richter nach den gemeinrechtlichen Regeln vorgenommen werden muss.

Zoals het Hof eveneens bij zijn arrest nr. 5/2007 van 11 januari 2007 heeft geoordeeld, heeft de ontstentenis van een wettelijk vermoeden van toerekenbaarheid in artikel 67ter niet tot gevolg dat wordt verhinderd dat de verkeersovertredingen ten laste worden gelegd van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, aangezien die tenlastelegging dient te gebeuren door de rechter volgens de regels van het gemeen recht.


Wie der Gerichtshof in seinem Entscheid Nr. 5/2007 vom 11. Januar 2007 ebenfalls erkannt hat, hat das Fehlen einer gesetzlichen Vermutung der Zurechenbarkeit in Artikel 67ter nicht zur Folge, dass die Zurechnung von Verstößen im Bereich des Straßenverkehrs zu Lasten einer natürlichen Person oder einer juristischen Person unmöglich würde, da diese Zurechnung durch den Richter nach den gemeinrechtlichen Regeln vorgenommen werden muss.

Zoals het Hof eveneens bij zijn arrest nr. 5/2007 van 11 januari 2007 heeft geoordeeld, heeft de ontstentenis van een wettelijk vermoeden van toerekenbaarheid in artikel 67ter niet tot gevolg dat wordt verhinderd dat de verkeersovertredingen ten laste worden gelegd van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, aangezien die tenlastelegging dient te gebeuren door de rechter volgens de regels van het gemeen recht.


Diese Abwägung der Interessen muss dazu führen, dass die biologische und soziale Wirklichkeit Vorrang gegenüber einer gesetzlichen Vermutung hat, wenn die Letztere im absoluten Widerspruch zu den festgestellten Fakten und den Wünschen der Betroffenen steht, ohne dass es jemandem einen spürbaren Vorteil bietet (EuGHMR, 27. Oktober 1994, Kroon u.a. gegen Niederlande, § 40; 24. November 2005, Shofman gegen Russland, § 44; 12. Januar 2006, Mizzi gegen Malta, § 113; 10. Oktober 2006, Paulik gegen Slowakei, § 46).

Die belangenafweging moet ertoe leiden dat de biologische en sociale werkelijkheid primeert op een wettelijk vermoeden indien dat laatste frontaal ingaat tegen de vastgestelde feiten en de wensen van de betrokkenen, zonder dat het iemand een tastbaar voordeel oplevert (EHRM, 27 oktober 1994, Kroon e.a. t. Nederland, § 40; 24 november 2005, Shofman t. Rusland, § 44; 12 januari 2006, Mizzi t. Malta, § 113; 10 oktober 2006, Paulik t. Slovakije, § 46).


Die Ministerin der Sozialen Angelegenheiten und der Volksgesundheit hat hierzu im Senatsausschuss für Soziale Angelegenheiten Folgendes angemerkt: « Das Fehlen einer gesetzlichen Regelung bezüglich der Praktiken der ästhetischen Medizin fördert Exzesse, die sehr problematisch für die Volksgesundheit und den Schutz der Patienten sind.

De minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid merkte hieromtrent in de Senaatscommissie voor de Sociale Aangelegenheden het volgende op : « Het ontbreken van een wettelijke regeling over de esthetische geneeskundepraktijken bevordert uitspattingen die echt problematisch zijn voor de volksgezondheid en de bescherming van de patiënten.


2. Verstößt Artikel 2 § 1 Nr. 1 letzter Satzteil des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, dahin ausgelegt, dass er es ermöglicht, auf unwiderlegbare Weise einen Unterschied einzuführen zwischen einerseits einer Kategori ...[+++]

2. Schendt het artikel 2, § 1, 1°, laatste zinsnede van de Wet van 27 juni 1969 tot herziening van de Besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet samen gelezen met het artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in die zin geïnterpreteerd dat het toelaat, op onweerlegbare wijze, een onderscheid in te voeren tussen, enerzijds, een categorie van zelfstandigen voor wie geen (mogelijke) uitbreiding van het sociaalzekerheidss ...[+++]


Die zweite Vorabentscheidungsfrage betrifft die Vereinbarkeit von Artikel 2 § 1 Nr. 1 letzter Satzteil des LASS-Gesetzes mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, « dahin ausgelegt, dass er es ermöglicht, auf unwiderlegbare Weise einen Unterschied einzuführen zwischen einerseits einer Kategorie von Selbständigen, für die keine (mögliche) Ausdehnung der Sozialversicherungsregelung für Arbeitnehmer vorgesehen ist und die somit notwendigerweise der sozialversicherungsrechtlichen Regelung für Sel ...[+++]

De tweede prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, van artikel 2, § 1, 1°, laatste zinsnede, van de RSZ-Wet, « in die zin geïnterpreteerd dat het toelaat, op onweerlegbare wijze, een onderscheid in te voeren tussen, enerzijds, een categorie van zelfstandigen voor wie geen (mogelijke) uitbreiding van het sociaalzekerheidsstelsel voor werknemers is voorzien en die dus noodzakeli ...[+++]


D., dessen Ausfertigung am 7. April 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Kassationshof folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt der frühere Artikel 323 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 22 und 22bis der Verfassung, insofern er es dann, wenn die Vaterschaft aufgrund der Artikel 315 oder 317 desselben Gesetzbuches feststeht, einem Kind verbietet, seinen biologischen Vater ermitteln und dessen Vaterschaft durch Urteil anerkennen zu lassen, ohne dass es vorher die Vaterschaft des Ehemannes s ...[+++]

D., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 7 april 2015, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het vroegere artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 22 en 22bis van de Grondwet in zoverre het, wanneer het vaderschap krachtens de artikelen 315 of 317 van hetzelfde Wetboek vaststaat, een kind verbiedt zijn biologische vader te zoeken en diens vaderschap bij vonnis te laten erkennen zonder het vaderschap van de echtgenoot van zijn moeder vooraf te hebben betwist, tenzij het ...[+++]


Insofern die angefochtene Ordonnanz am 1. Januar 2008 in Kraft tritt, hat sie zur Folge, dass der Staatsrat daran gehindert wird, während der Prüfung der anhängigen Klage gegen die Entscheidung vom 13. November 2008 zur Vergabe der strittigen Konzession über einen Klagegrund zu befinden, der aus dem Fehlen einer gesetzlichen Ermächtigung zum Zeitpunkt der Annahme dieser Entscheidung durch die Brüsseler Regierung abgeleitet ist.

In zoverre zij op 1 januari 2008 in werking treedt, heeft de bestreden ordonnantie tot gevolg dat zij de Raad van State verhindert om zich tijdens het onderzoek van het hangende beroep dat is gericht tegen de beslissing van 13 november 2008 tot toewijzing van de in het geding zijnde concessie, uit te spreken over een middel dat is afgeleid uit de ontstentenis van een wettelijke machtiging op het ogenblik waarop de Brusselse Regering die beslissing heeft aangenomen.


Das Fehlen einer gesetzlichen Grundlage für die Entscheidung der Regierung der Region Brüssel-Hauptstadt vom 13. November 2008, das anlässlich einer Nichtigkeitsklage beim Staatsrat zutage getreten ist, kann nämlich nicht zur Folge haben, dass es dem Brüsseler Ordonnanzgeber unmöglich wäre, die durch dieses Fehlen entstandene Rechtsunsicherheit zu beheben.

De ontstentenis van een wettelijke grondslag voor de beslissing van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 november 2008, die aan het licht is gekomen naar aanleiding van een beroep tot nietigverklaring dat bij de Raad van State is ingesteld, kan immers niet tot gevolg hebben dat de Brusselse ordonnantiegever zich in de onmogelijkheid bevindt om de rechtsonzekerheid te verhelpen die uit die ontstentenis is ontstaan.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'hat fehlen einer gesetzlichen vermutung' ->

Date index: 2022-12-18
w