Gemäß Artikel 26 Absatz 2 und 3 der französischen Verfassung darf ein Mitglied des Parlaments nur mit der Genehmigung des Präsidiums der Kammer, der es angehört, verhaftet oder auf andere Weise seiner Freiheit beraubt oder in seiner Freiheit eingeschränkt werden, es sei denn, es handelt sich um ein bei Begehung festgestelltes Verbrechen oder Vergehen oder um eine rechtskräftige Verurteilung.
In de Franse grondwet (artikel 26, alinea 2 en 3) is bepaald dat leden van de volksvertegenwoordiging niet zonder toestemming van het bureau van de wetgevende kamer waarvan zij deel uitmaken ter zake van een misdrijf of een overtreding kunnen worden aangehouden of aan andere vrijheid benemende of vrijheid beperkende maatregelen kunnen worden onderworpen, behalve in geval van betrapping op heterdaad of bij een veroordeling in kracht van gewijsde.