Mit der zweiten Vorabentscheidungsfrage bezweckt das vorlegende Rechtsprechungsorgan, vom Gerichtshof zu erfahren, ob die fraglichen Bestimmungen mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit deren Artikel 172 vereinbar sind, indem der Schuldner aufgrund eines durch das Handelsgericht homologierten Reorganisationsplans eine Steuerermässigung erhalten kann.
Met de tweede prejudiciële vraag beoogt het verwijzende rechtscollege van het Hof te vernemen of de in het geding zijnde bepalingen bestaanbaar zijn met de artikelen 10 en 11, in samenhang gelezen met artikel 172, van de Grondwet, doordat de schuldenaar op grond van een door de rechtbank van koophandel gehomologeerd reorganisatieplan een belastingvermindering kan verkrijgen.
