Der Ministerrat führt an, dass es sich in Absatz 1 von Artikel 81 § 2 des Gesetzes vom 28. Februar 2007
um eine Anforderung handele, um in den Dienstgrad als Unterleutnant « bestellt » werden zu können, während es sich in Absatz 2 dieser Bestimmung
um eine Anforderung handele, um in den Dienstgrad als Major « ernannt » werden zu können, und er verweist darauf, dass die Betreffenden durch die Bestellung in einen bestimmten Dienstgrad ihre Eigenschaft als angehende Militärpersonen nicht verlören, während dies bei einer
Ernennung ...[+++], die zur Folge habe, dass der Betreffende dem Berufskader beitrete, wohl der Fall sei.
De Ministerraad voert aan dat het in het eerste lid van artikel 81, § 2, van de wet van 28 februari 2007 gaat om een vereiste om te kunnen worden « aangesteld » in de graad van onderluitenant, terwijl het in het tweede lid van die bepaling gaat om een vereiste om te kunnen worden « benoemd » in de graad van majoor, en wijst erop dat de betrokkene door de aanstelling in een bepaalde graad zijn hoedanigheid van kandidaat-militair niet verliest, terwijl dat wel het geval is bij een benoeming, die tot gevolg heeft dat de betrokkene toetreedt tot het beroepskader.