In ihrem vierter Klagegrund rügt die Klägerin, dass die angefochtene Entscheidung darüber hinaus wegen Verstoßes gegen das materielle Gemeinschaftsrecht für nichtig zu erklären sei, weil die Verwendung der angeforderten Daten über Kosten und Erlöse vom 1. Januar 1995 bis 31. Dezember 2007 hinsichtlich der Prüfung des „Finanzausgleichs“ dem Gemeinschaftsrahmen 2005 und der Kompetenzabgrenzung zwischen Mitgliedstaaten und Kommission widerspreche sowie gegen die Art. 86 Abs. 2 und 87 Abs. 1 EG in Verbindung mit den Grundsätzen der Verhältnismäßigkeit, der Rechtssicherheit und des gemeinschaftsrechtlichen Diskriminierungsverbots verstoße und schließlich für die beihilferechtliche Bewertun
g der Pensions- und ...[+++]Haftungsregelung offensichtlich ungeeignet sei.Met haar vierde middel stelt verzoekster dat het bestreden besluit bovendien wegens schending van het materiële gemeenschapsrecht nietig moet worden verklaard, omdat het gebruik van de gevraagde gegevens over kosten en opbrengsten van 1 januari 1995 tot 31 december 2007 met het oog op het onderzoek van de „financiële compensatie” indruist tegen het gemeenschapskader 2005 en de bevoegdheidsverdeling tussen de lidstaten en de Commissie, inbreuk maakt tegen de artikelen 86, lid 2, EG en 87, lid 1, EG juncto de beginselen van evenredigheid en rechtszekerheid en het communautaire beginsel van non-discriminatie, en ten slotte kennelijk ongeschikt is voor de toetsing
van de pensioen- en waarborgregeling ...[+++] aan de voorschriften inzake staatssteun.
