Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "habe hof zwar veranlasst " (Duits → Nederlands) :

Der Abänderungsantrag, der dazu geführt hat, durch das Sondergesetz vom 9. März 2003 die Wörter « oder ihr ähnlich » in den Text von Artikel 20 Nr. 2 einzufügen, wurde folgendermaßen begründet: « Zweck dieser Änderung ist es, die Rechtskraft der Urteile des Hofes zu verstärken, indem eine einstweilige Aufhebung auch ermöglicht wird, wenn eine gesetzgebende Instanz versucht, diese Rechtskraft zu umgehen, indem sie neue Normen erlässt, die zwar leicht geändert sind, im Grunde aber nicht den Beschwerden entsprechen, die den Hof zu einem früheren Nichtigkeitsurteil veranlasst haben ...[+++]

Het amendement dat ertoe heeft geleid, bij de bijzondere wet van 9 maart 2003, de woorden « of gelijkaardig aan » in te voegen in de tekst van artikel 20, 2°, was als volgt gemotiveerd : « Deze wijziging beoogt het gezag van de arresten van het Hof te versterken, door een schorsing ook mogelijk te maken wanneer een wetgevende instantie zich aan dit gezag probeert te onttrekken door nieuwe normen uit te vaardigen, die weliswaar licht gewijzigd zijn, maar ten gronde niet beantwoorden aan de bezwaren die het Arbitragehof hebben aangezet tot een ee ...[+++]


Die Gesetzgebungstechnik habe den Hof zwar veranlasst, die Rechtssachen zu verbinden, da neue Bestimmungen Gegenstand von Klagen seien, obwohl sie identische Bestimmungen ersetzt hätten, doch der Hof sei nie daran gehindert worden, in der durch sein organisierendes Gesetz vorgeschriebenen - angemessenen - Frist zu entscheiden.

De wetgevingstechniek heeft het Hof er weliswaar kunnen toe brengen zaken samen te voegen, - wanneer tegen nieuwe bepalingen beroep werd ingesteld terwijl zij identieke bepalingen vervingen -, maar het Hof is nooit verhinderd geweest de zaken te beslechten binnen de - redelijke - termijn waarin de organieke wet voorziet.


Die präjudizielle Frage bezweckt, vom Hof zu vernehmen, ob diese Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, dahingehend ausgelegt, dass die Staatsanwaltschaft ein unbeschränktes Recht auf Berufung gegen Beschlüsse der Ratskammer habe, unabhängig davon, ob die Ratskammer den Anträgen der Staatsanwaltschaft stattgegeben habe, und zwar im Lichte des allgemeinen Rechtsgrundsatzes, wonach der Berufungskläger ein direktes und persönliches Interesse nachweisen müsse.

De prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of die bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wanneer zij aldus wordt geïnterpreteerd dat het openbaar ministerie een onbeperkt recht van hoger beroep heeft tegen een beschikking van de raadkamer, zelfs wanneer het heeft verkregen wat het had gevorderd voor de raadkamer, en dit in het licht van het algemeen rechtsbeginsel volgens hetwelk een appellant een rechtstreeks en persoonlijk belang moet kunnen aantonen.


In der dritten präjudiziellen Frage wird der Hof gebeten zu befinden, ob Artikel 43bis Absatz 1 des Strafgesetzbuches möglicherweise gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention sowie Artikel 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte verstosse, indem ein Angeklagter, der eine Straftat begangen habe, infolge der obengenannten Bestimmung sogar in ein und demselben Verfahren schwerer bestraft werden könne als ein anderer Angekla ...[+++]

In de derde prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht uitspraak te doen over de mogelijke schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, door artikel 43bis, eerste lid, van het Strafwetboek, doordat ingevolge voormelde bepaling een beklaagde die een misdrijf beging, zelfs in éénzelfde geding zwaarder kan worden gestraft dan een andere beklaagde die een identiek misdrijf beging, louter op basis van opportuniteitsoverwegingen door het openbaar minis ...[+++]


Der Präsident des Flämischen Parlaments bringt vor, dass Artikel 4 der Verfassung eindeutig das Interesse betone, das der Verfassungsgeber dem Territorialitätsgrundsatz beigemessen habe, und zwar insbesondere im Zusammenhang mit den übrigen, vorgenannten Verfassungsbestimmungen, als Kriterium für die Verteilung der Zuständigkeit der Räte der Flämischen und der Französischen Gemeinschaft, jeder für seinen Bereich, durch Dekret die in diesen Artikeln aufgeführten Angelegenheiten zu regeln, wobei es sich um den räumlichen Rahmen handele, in dem die Gemeinschaften ihre Zuständigkeiten ausüben könnten und den der Hof in s ...[+++]

De voorzitter van het Vlaams Parlement betoogt dat artikel 4 van de Grondwet ondubbelzinnig het belang beklemtoont dat de Grondwetgever heeft gehecht aan het territorialiteitsbeginsel, meer bepaald in samenhang met de overige, voormelde grondwetsbepalingen, als criterium voor de verdeling van de bevoegdheid van de Raden van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap om, ieder wat hem betreft, bij decreet de in die artikelen opgesomde aangelegenheden te regelen, dit is het ruimtelijk kader waarin de gemeenschappen hun bevoegdheden kunnen uitoefenen, zoals nader omschreven door het Hof in het arrest nr. 26/90.


Der Präsident des Flämischen Parlaments bringt vor, dass Artikel 4 der Verfassung eindeutig das Interesse betone, das der Verfassungsgeber dem Territorialitätsgrundsatz beigemessen habe, und zwar insbesondere im Zusammenhang mit den übrigen, vorgenannten Verfassungsbestimmungen, als Kriterium für die Verteilung der Zuständigkeit der Räte der Flämischen und der Französischen Gemeinschaft, jeder für seinen Bereich, durch Dekret die in diesen Artikeln aufgeführten Angelegenheiten zu regeln, wobei es sich um den räumlichen Rahmen handele, in dem die Gemeinschaften ihre Zuständigkeiten ausüben könnten und den der Hof in s ...[+++]

De voorzitter van het Vlaams Parlement betoogt dat artikel 4 van de Grondwet ondubbelzinnig het belang beklemtoont dat de Grondwetgever heeft gehecht aan het territorialiteitsbeginsel, meer bepaald in samenhang met de overige, voormelde grondwetsbepalingen, als criterium voor de verdeling van de bevoegdheid van de Raden van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap om, ieder wat hem betreft, bij decreet de in die artikelen opgesomde aangelegenheden te regelen, d.i. het ruimtelijk kader waarin de gemeenschappen hun bevoegdheden kunnen uitoefenen, zoals nader omschreven door het Hof in het arrest nr. 26/90.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'habe hof zwar veranlasst' ->

Date index: 2021-10-18
w