7. betont, dass es im Interesse der Europäischen Union liegt, dass die globalen Dienstleistungsmärkte ebenso offen wie die Gütermärkte sein sollten; hebt in diesem Sinne die Bedeutung der Finanzmärkte hervor und weist darauf hin, dass dies eine stärkere Öffnung der europäischen Agrar- und Gütermärkte erfordert;
7. benadrukt dat het in het belang van de Europese Unie is dat de wereldmarkten voor diensten net zo open zijn als die voor goederen; onderstreept in het licht hiervan het belang van financiële markten en stelt vast dat hiervoor vrijere Europese markten voor landbouw en goederen nodig zijn;