Wenn bei der Validation der Mess- bzw. Zähldaten hervorgeht, dass eine zusätzliche physische Zählererfassung von Nöten ist, sind die in den Abschnitten 3.7 und 3.8 der vorliegenden Ordnung erwähnten und die Ubertragung der für gültig erklärten Daten betreffenden Fristen ab dem Tag dieser zusätzlichen Erfassung anwendbar.
Indien bij de validering van de meet- of tellingsgegevens blijkt dat een bijkomende fysieke meteraflezing noodzakelijk is, zijn de in de afdelingen 3.7 en 3.8 van deze Code bedoelde termijnen betreffende de gegevensoverdracht van toepassing vanaf de dag waarop die bijkomende aflezing wordt uitgevoerd.