Tierversuche werden auch zu agrarwissenschaftlichen Zwecken (Verbesserung der Produktionssysteme, Bewertung und Verbesserung des Wohlergehens der Tiere bei der Tierhaltung) durchgeführt, wobei allerdings die gängigen landwirtschaftlichen Praktiken, wie in Artikel 2 Absatz 4 aufgezählt, nicht in den Anwendungsbereich der Richtlinie fallen.
Dierproeven dienen ook landbouwdoeleinden (verbetering van de productiesystemen, beoordeling en verbetering van het welzijn van gefokte dieren), met dien verstande dat handelingen die passen in het kader van gangbare landbouwpraktijken overeenkomstig de definitie van artikel 2, lid 4, niet binnen het toepassingsgebied van de richtlijn vallen.
