(2) Eine Genehmigung kann nur erteilt werden, wenn die Behörden davon überzeugt sind, dass die betreffende Person oder Organisation alle erforderlichen Sicherheiten für eine Rückkehr der Waren in die Union in gutem Zustand bieten, und die Güter so beschrieben oder gekennzeichnet werden können, dass die Übereinstimmung der Warenbezeichnung in der spezifischen offenen Genehmigung mit der Warenbezeichnung in der spezifischen offenen Genehmigung mit der vorübergehend ausgeführten Ware im Zeitpunkt der Ausfuhr keinen Zweifeln unterliegt.
2. Een vergunning mag enkel worden afgegeven indien de autoriteiten de overtuiging zijn toegedaan dat de betrokken persoon of organisatie alle noodzakelijke waarborgen biedt dat de goederen in goede staat naar de Unie zullen terugkeren en dat deze op zodanige wijze kunnen worden omschreven of gemarkeerd dat bij de tijdelijke uitvoer er geen twijfel over bestaat dat de uitgevoerde goederen de in de specifieke open vergunning omschreven goederen zijn.
