(1) Der Handel mit Zuchttieren und deren Zuchtmaterial in der Union sowie die Verbringung von Zuchttieren und deren Zuchtmaterial in die Union dürfen nicht aus anderen tierzucht- oder abstammungsbedingten Gründen als denen, die in den Bestimmungen der vorliegenden Verordnung vorgesehen sind, verboten, beschränkt oder behindert werden.
1. De handel in fokdieren en levende producten daarvan en de binnenkomst in de Unie van fokdieren en levende producten daarvan mag niet worden verboden, beperkt of belemmerd op andere zoötechnische of genealogische gronden dan die welke voortvloeien uit de voorschriften van deze verordening.