(1) Im Einklang mit den geltenden Übereinkommen und bilateralen oder multilateralen Vereinbarungen bzw. Regelungen sind die Mitgliedstaaten verpflichtet, einander bei Verfahren im Zusammenhang mit Straftaten im Sinne der Artikel 2 und 3 in größtmöglichem Umfang Amtshilfe zu gewähren.
1. Overeenkomstig de geldende verdragen, multilaterale of bilaterale overeenkomsten of andere afspraken worden de lidstaten verplicht elkaar zoveel mogelijk wederzijdse bijstand te verlenen in de procedures betreffende de in de artikelen 2 en 3 bedoelde strafbare feiten.