Vertaling van "gruppe 15-24-jährigen eu-weit " (Duits → Nederlands) :

Die zeitlichen Tendenzen lassen sich durch eine Betrachtung der verschiedenen Personengruppen feststellen. Was den Anteil der Personen mit niedrigem Bildungsniveau angeht, so besteht ein auffallender Unterschied zwischen jungen Menschen (18 bis 24 Jahre) und Menschen im höheren Alter (Altersgruppe 65+, Tabelle 21): In der EU insgesamt besaßen nicht weniger als 70 % der letztgenannten Gruppe im Gegensatz zu den bereits erwähnten 19 % aller 18-24-Jährigen keine Bildung, die über die untere Sekundarstufe hinausging.
Door verschillende cohorten te bestuderen kan men trends gedurende een bepaalde tijd volgen: het verschil tussen het percentage mensen met een laag opleidingsniveau onder jongeren (18-24 jaar) en ouderen (65 jaar en ouder, tabel 21) is frappant: in de EU als geheel heeft maar liefst 70% in de laatste groep minder dan de bovenbouw van de middelbare school met succes voltooid, tegenover de reeds genoemde 19% van alle 18-24-jarigen.

EU-weit verfügen 22 % der 15-Jährigen über geringe Qualifikationen in Mathematik.
Over de hele EU presteert 22 % van de 15-jarigen slecht in wiskunde.

Zwischen 2000 und 2020 wird der Anteil der 65-90-Jährigen an der Gesamtbevölkerung der Europäischen Union auf 16 bis 21% steigen, während der Anteil der 15-24-Jährigen nur mehr 11% betragen wird. [5]
Het percentage mensen tussen 65 en 90 jaar zal tussen 2000 en 2020 in de Europese Unie van 16% tot 21% stijgen. Jongeren tussen 15 en 24 jaar zullen nog amper 11% van de totale EU-bevolking uitmaken [5].

Hingegen liegt die Arbeitslosigkeit in der Gruppe der 15- bis 24-Jährigen in der EU bei fast 20 %.
Nochtans bedraagt de werkloosheidgraad bij 15- tot 24-jarigen in de EU bijna 20 %.

Seit Ausbruch der Krise ist die Arbeitslosigkeit in der Gruppe der 15-24-Jährigen EU-weit um 50 % gestiegen – von durchschnittlich 15 % im Februar 2008 auf 22,5 % im Juli dieses Jahres.
De jeugdwerkloosheid in de EU onder de 15 tot 24-jarigen is sinds het begin van de crisis gestegen met 50 %, van gemiddeld 15 % in februari 2008 tot 22,5 % in juli van dit jaar.

Es gibt noch viele Herausforderungen, die angegangen werden müssen, insbesondere die Langzeitarbeitslosigkeit und der Mangel an Beschäftigungsmöglichkeiten für junge Menschen im Alter von 15 bis 24 Jahren und die Gruppe der 25- bis 39-Jährigen.
Er zijn nog veel uitdagingen, met name de langdurige werkloosheid en de geringe arbeidskansen voor jongeren (15-24) en jongvolwassenen van 25 tot 39 jaar.

Die 16 vorausgewählten Beiträge aus der Gruppe der 18- bis 24-Jährigen werden auch auf Facebook für eine Publikumsabstimmung veröffentlicht.
De 16 inzendingen uit de voorselectie in de categorie 18-24 zullen ook op Facebook worden geplaatst, zodat het publiek zijn stem kan uitbrengen.

Die beiden anderen Benchmarks sollen zu einer Verbesserung der Situation im Sekundarbereich 2 beitragen: Mindestens 85 % der 20- bis 24-Jährigen in der EU sollten bis 2010 einen Abschluss im Sekundarbereich 2 erreicht haben (Der Durchschnitt der EU-25 ist bislang nur geringfügig von 76,5 % 2002 auf 76,7 % 2004 gestiegen.) Und der Prozentanteil der 15-Jährigen mit Leseschwächen sollte bis Ende des Jahrzehnts um mindestens 20 % zurückgegangen sein.[10]
De twee andere benchmarks zijn bedoeld om de toestand met betrekking tot het hoger middelbaar onderwijs te verbeteren: uiterlijk 2010 moet minstens 85% van alle 20- tot 24-jarigen in de EU met succes hoger middelbaar onderwijs hebben gevolgd (het gemiddelde in de EU-25 is tot dusver slechts licht gestegen van 76,5% in 2002 tot 76,7% in 2004) en het percentage 15-jarigen die niet kunnen lezen moet met minstens 20% zijn gedaald[10].

Unter den Jüngeren finden sich mehr Datenroamingnutzer: 15 % der 15- bis 24-Jährigen gehen im Ausland mit ihrem Handy ins Internet – gegenüber nur 6 % der über 55-Jährigen.
Jongeren maken meer gebruik van dataroaming: 15% van de 15-24-jarigen surft op zijn mobiele telefoon in het buitenland, tegenover slechts 6% van de 55-plussers.

Eine jüngste Erhebung im Rahmen von Eurobarometer zeigt eine erhebliche Zunahme der Anzahl der Personen, die eine Fremdsprache erlernen - 89% der 15-24-jährigen gegenüber nur 56% der über 25-jährigen - wobei jedoch ein Drittel der Jugendlichen, die eine Fremdsprache erlernt haben, sich nicht in der Lage fühlen, an einer echten Konversation in dieser Sprache teilzunehmen.
Een recente Eurobarometer-enquête laat een aanzienlijke toename zien van het aantal personen dat een vreemde taal leert - 89% van de 15-24-jarigen tegenover slechts 56% van de 55- plussers, - maar van de jongeren die een vreemde taal geleerd hebben, acht zich niet in staat aan een echt gesprek in deze taal deel te nemen.