Die Grundverordnung hingegen sehe für Marktwirtschaftsländer nur die folgenden Methoden zur Ermittlung des Normalwerts vor: i) anhand des Inlandspreises der gleichartigen Ware im normalen Handelsverkehr bzw., wenn die Ware nicht im normalen Handelsverkehr verkauft wird, ii) anhand der Produktionskosten im Ursprungsland (zuzüglich eines angemessenen Betrags für VVG-Kosten und für Gewinne) oder iii) anhand repräsentativer Preise bei der Ausfuhr der gleichartigen Ware in ein geeignetes Drittland.
In dat verband werd geargumenteerd dat de basisverordening voor markteconomieën uitsluitend voorziet in de onderstaande methoden om de normale waarde vast te stellen: i) aan de hand van de binnenlandse prijs van het soortgelijke product in het kader van normale handelstransacties of, bij gebrek aan verkoop in het kader van normale handelstransacties, ii) aan de hand van de productiekosten in het land van oorsprong, (vermeerderd met een redelijk bedrag voor VAA-kosten en winst) of iii) aan de hand van representatieve prijzen bij uitvoer van het soortgelijke product naar een geschikt derde land.