8. weist darauf hin, dass grundsätzlich alle Delegierten, die an Abstimmungen teilnehmen, Mitglieder ihrer nationalen Parlamente oder des Europäischen Parlaments sein müssen; betont, dass Vertreter, die nicht Mitglieder eines Parlaments sind, nur bei Vorliegen außergewöhnlicher Umstände nach Zustimmung der Paritätischen Parlamentarischen Versammlung teilnehmen sollten;
8. wijst erop dat in principe alle afgevaardigden die deelnemen aan stemmingen lid moeten zijn van hun nationale parlementen of van het Europees Parlement; is van mening dat afgevaardigden die geen lid zijn van een parlement alleen in uitzonderlijke gevallen en na goedkeuring van de Paritaire Parlementaire Vergadering mogen deelnemen;