Das Übereinkommen von 1991 sollte in den Beziehungen der Mitgliedstaaten, die Vertragsparteien des Europäischen Übereinkommens über die internationale Geltung von Strafurteilen vom 28. Mai 1970 sind, insoweit Anwendung finden, als es dieses Übereinkommen ergänzt oder die Anwendung der darin enthaltenen Grundsätze erleichtert (Art. 20).
In de verhoudingen tussen lidstaten die partij zijn bij het Europees Verdrag inzake de internationale geldigheid van strafvonnissen van 28 mei 1970, zou het Verdrag van 1991 slechts van toepassing zijn voor zover dit de bepalingen van dat verdrag aanvult of de toepassing van de daarin vervatte beginselen vergemakkelijkt (artikel 20).