Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
D.L.

Vertaling van "grundfreiheiten insofern diese bestimmung " (Duits → Nederlands) :

« Verstößt Artikel 318 § 2 Absatz 2 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung und die Artikel 8 und 14 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, insofern diese Bestimmung es den Verwandten eines Ehemannes unmöglich macht, die rechtliche Abstammung eines Kindes dieses Ehemannes anzufechten, in Anbetracht des Ablaufs der Ausschlussfrist von einem Jahr nach seinem Tod oder von einem Jahr nach der Geburt, während die Ausschlussfrist von einem Jahr für den Ehemann erst nach der Entdeckung der Tatsache, dass er nicht ...[+++]

« Schendt artikel 318 § 2 2de lid van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet en de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre die bepaling het de bloedverwanten van een echtgenoot onmogelijk maakt om op te komen tegen de juridische afstamming van een kind van deze echtgenoot, gelet op het verstrijken van de vervaltermijn van één jaar na zijn overlijden of één jaar na de geboorte, daar waar de vervaltermijn van één jaar in hoofde van de echtgenoot pas begint te lopen na de ontdekking van het feit dat hij niet de vader is van het kind, nu :


Mit der Vorabentscheidungsfrage wird der Gerichtshof gebeten, sich zur Vereinbarkeit von Artikel 335 § 3 des Zivilgesetzbuches in der vor seiner Ersetzung durch das Gesetz vom 8. Mai 2014 geltenden Fassung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung zu äußern, insofern diese Bestimmung einen ungerechtfertigten Behandlungsunterschied zwischen dem minderjährigen Kind, dessen Abstammung väterlicherseits nach der Abstammung mütterlicherseits festgestellt wird, « das auf Veranlassung seiner Eltern mittels einer beim Standesbeamten abgegebenen Erklärung den Namen seines Vaters tragen kann », und dem vol ...[+++]

In de prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 335, § 3, van het Burgerlijk Wetboek, in de versie vóór de vervanging ervan bij de wet van 8 mei 2014, in zoverre die bepaling een onverantwoord verschil in behandeling zou invoeren tussen het minderjarig kind wiens afstamming van vaderszijde komt vast te staan na de afstamming van moederszijde en « dat, na het optreden van zijn ouders, de naam van zijn vader zal kunnen dragen middels een ...[+++]


Verstößt Artikel 318 § 2 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung und die Artikel 8 und 14 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, insofern diese Bestimmung es der Mutter unmöglich macht, angesichts des Ablaufs der Ausschlussfrist von einem Jahr nach der Geburt, die rechtliche Abstammung ihres Kindes hinsichtlich ihres Ehemannes anzufechten, und zwar ohne dass irgendein konkretes und tatsächliches Interesse eine solche Einmischung rechtfertigen kann, da

Schendt artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet en de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre die bepaling het de moeder onmogelijk maakt, gelet op het verstrijken van de vervaltermijn van één jaar sinds de geboorte, om op te komen tegen de juridische afstamming van haar kind ten aanzien van haar echtgenoot en dit zonder dat enig concreet en daadwerkelijk belang een dergelijke inmenging kan verantwoorden nu :


Insofern sie darauf abzielt, vom Gerichtshof zu vernehmen, ob die fragliche Bestimmung mit den Artikeln 10, 11 und 22bis der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 8 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention vereinbar sei, insofern diese Bestimmung es nicht ermögliche, dass das Kind den Namen der Mutter oder den Namen des Vaters und denjenigen der Mutter trage, wenn die Abstammung väterlicherseits und mütterlicherseits gleichzeitig festgestellt werde und keine Zu ...[+++]

In zoverre zij ertoe strekt van het Hof te vernemen of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 22bis van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre die bepaling niet toestaat dat het kind de naam van de moeder of de naam van de vader en die van de moeder draagt wanneer de afstamming van vaderszijde en de afstamming van moederszijde tegelijkertijd vaststaan en de vader het niet eens is met de toekenning van de naam van de moeder of van de naam van beide ouders, heeft de prejudiciële vraag betrekking op een rechtsvraag die id ...[+++]


Der Staatsrat befragt den Gerichtshof zur Vereinbarkeit von Artikel 7 des vorerwähnten Gesetzes vom 16. März 2000, ersetzt durch Artikel 13 des vorerwähnten Gesetzes vom 10. Januar 2010, mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit dem Grundsatz der Rechtssicherheit, insofern diese Bestimmung auf die gleiche Weise gelte für einerseits die Militäranwärter des aktiven Kaders, die sich unter dem früheren Gesetz in der Armee verpflichtet hätten und die zum Zeitpunkt des Inkrafttretens der fraglichen Bestimmung ...[+++]

De Raad van State stelt aan het Hof vragen over de bestaanbaarheid van artikel 7 van de voormelde wet van 16 maart 2000, zoals het is vervangen bij artikel 13 van de voormelde wet van 10 januari 2010, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met het beginsel van rechtszekerheid, in zoverre die bepaling op dezelfde manier geldt, enerzijds, voor de kandidaat-militairen van het actief kader die in het leger dienst hadden genomen onder de gelding van de vroegere wet en die, op het ogenblik van de inwerkingtreding van de in het geding zijnde bepaling, al (eerste prejudiciële vraag) dan niet (tweede prejudici ...[+++]


« Verstößt Artikel 28 § 1 Nr. 1 des Dekrets vom 28. Juni 1985 über die Umweltgenehmigung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit deren Artikel 16 und mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern diese Bestimmung keine Aussetzung der Verfallfrist der Umweltgenehmigung während der Anhängigkeit der Klage beim Staatsrat vorsehen würde, wodurch der Verfall der Umweltgenehmigung während des beim Staatsrat anhängigen Verfahrens eintreten kann, wobei es zusätzlich möglich ist, dass infolge dieses Verfalls auch die damit einhergehende ...[+++]

« Schendt art. 28, § 1, 1°, van het Milieuvergunningsdecreet van 28 juni 1985 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang met artikel 16 van de Grondwet en artikel 1 EAP bij het EVRM, in zoverre deze bepaling geen schorsing van de vervaltermijn van de milieuvergunning zou voorzien hangende het beroep bij de Raad van State, waardoor het verval van de milieuvergunning kan intreden hangende de procedure bij de Raad van State en met bijkomend de mogelijkheid dat ingevolge dit verval ook de gekoppelde stedenbouwkundige vergunning zou komen te vervallen op grond van artikel 5 van hetzelfde decreet, terwijl artikel 4.6.2 61, 3e ...[+++]


Verstösst Artikel 318 § 2 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung und die Artikel 8 und 14 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, insofern diese Bestimmung es der Mutter unmöglich macht, angesichts des Ablaufs der Ausschlussfrist von einem Jahr nach der Geburt, die rechtliche Abstammung ihres Kindes hinsichtlich ihres Ehemannes anzufechten, und zwar ohne dass irgendein konkretes und tatsächliches Interesse eine solche Einmischung rechtfertigen kann, da

Schendt artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet en de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre die bepaling het de moeder onmogelijk maakt, gelet op het verstrijken van de vervaltermijn van één jaar sinds de geboorte, om op te komen tegen de juridische afstamming van haar kind ten aanzien van haar echtgenoot en dit zonder dat enig concreet en daadwerkelijk belang een dergelijke inmenging kan verantwoorden nu :


« - Verstösst Artikel 318 § 2 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung und die Artikel 8 und 14 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, insofern diese Bestimmung es Herrn [D.L.] unmöglich macht, seine rechtlich festgestellte Abstammung anzufechten, und zwar ohne dass irgendein konkretes und tatsächliches Interesse eine solche Einmischung rechtfertigen kann?

« - Schendt artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet en de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre die bepaling het de heer [D.L.] onmogelijk maakt om op te komen tegen zijn afstamming die juridisch is vastgesteld en dit zonder dat enig concreet en daadwerkelijk belang een dergelijke inmenging kan verantwoorden ?


« - Verstösst Artikel 318 § 2 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung und die Artikel 8 und 14 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, insofern diese Bestimmung es Herrn [D.L.] unmöglich macht, seine rechtlich festgestellte Abstammung anzufechten, und zwar ohne dass irgendein konkretes und tatsächliches Interesse eine solche Einmischung rechtfertigen kann?

« - Schendt artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet en de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre die bepaling het de heer [D.L.] onmogelijk maakt om op te komen tegen zijn afstamming die juridisch is vastgesteld en dit zonder dat enig concreet en daadwerkelijk belang een dergelijke inmenging kan verantwoorden ?


- insofern diese Bestimmung dem Strafrichter die Möglichkeit versagt, diese gesamtschuldnerische Verpflichtung abzuschwächen, wenn mildernde Umstände vorliegen und/oder je nach dem jeweiligen Anteil jeder verurteilten Person an den für bewiesen erklärten Steuerstraftaten und/oder je nach den erhaltenen Vorteilen, und insofern der Strafrichter in Bezug auf diese gesamtschuldnerische Verpflichtung keinen (Bewährungs-)Aufschub der Vollstreckung im Sinne des Gesetzes vom 29. Juni 1964 über die Aussetzung, den Aufschub und die Bewährung anordnen kann und somit daran gehindert wird, eine etwaige Verletzung des Rechts auf A ...[+++]

- in zoverre deze bepaling aan de strafrechter de mogelijkheid ontzegt om deze hoofdelijke gehoudenheid te matigen bij het bestaan van verzachtende omstandigheden en of in functie van het concreet aandeel van elke veroordeelde in de bewezen verklaarde fiscale misdrijven en of in functie van de genoten voordelen en in zoverre de strafrechter met betrekking tot deze hoofdelijke gehoudenheid geen (probatie-)uitstel van tenuitvoerlegging kan bevelen zoals omschreven in de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'grundfreiheiten insofern diese bestimmung' ->

Date index: 2024-03-05
w