20. bekundet seine Befriedigung über die bisher in den laufenden Verhandlungen über eine Interinstitutionelle Vereinbarung über eine bessere Rechtsetzung erzielten Fortschritte; gibt zu bedenken, dass die Vereinbarung die uneingeschränkte demokratische Legitimität der Rechtsetzungs- und Regulierungsprozesse der Union wahren und gleichzeitig mehr Effizienz erreichen muss; appelliert an den Rat und die Kommission, diesem Aspekt in den kommenden Verhandlungen unter dem griechischen Ratsvorsitz umfassend Rechnung zu tragen und zu gewährleisten, dass rechtzeitig vor dem Frühjahrsgipfel eine endgültige Vereinbarung erzielt werden kann;
20. spreekt zijn voldoening uit over de tot dusver geboekte vooruitgang bij de onderhandelingen over een Interinstitutioneel Akkoord over verbetering van het wetgevingsproces; wijst erop dat het akkoord de volledige democratische legitimiteit van het wetgeving- en regelgevingsproces van de Unie moet waarborgen en tegelijk moet zorgen voor een grotere doeltreffendheid; verzoekt de Raad en de Commissie volledig rekening te houden met deze dimensie bij de komende onderhandelingen onder het Griekse voorzitterschap om te verzekeren dat het uiteindelijke akkoord tijdig voor de volgende Top in het voorjaar wordt bereikt;