33. weist nachdrücklich auf das Wettbewerbsproblem der europäischen Wirtschaft hin, das u. a. auf das so genannte Paradox zwischen der Erlangung wissenschaftlicher Kenntnisse (die in der Europäischen Union ausreichend vorh
anden sind) und der dennoch nicht ausreichenden Fähigkeit zur Umsetzung dieser Kenntnisse in Innovation und v
or allem Produktion zurückzuführen ist; ist der Ansicht, dass sich dies durch Mitwirkung der Industrie an der Festlegung der Prioritäten für die finanzielle Unterstützung verbessern lässt und daher auf die Be
...[+++]teiligung der Industrie am 7. Rahmenprogramm und die Verbesserung der Position der KMU in diesem Programm hingewirkt werden muss;
33. onderstreept het probleem van het currentievermogenvan de Europese economie dat o.a. komt door het bestaan van een zogenaamde paradox tussen de generatie van wetenschappelijk kennis (die in de EU voldoende aanwezig is) en het toch niet voldoende kunnen omzetten van deze kennis in innovatie en vooral productie; onderstreept dat de deelname van de industrie aan het definiëren van de prioriteiten voor het toekennen van de financiële ondersteuning deze situatie kan verbeteren, en dat daarom moet gestreefd worden naar de deelname van de industrie aan, en de verbetering van de positie van het MKB in het 7de kaderprogramma;