Gegenwärtig verlangt die Richtlinie (vorbehaltlich der anderen Bedingungen) gemäß Artikel 4 Absatz 1, dass die Mitgliedstaaten der Kernfamilie, d. h. dem Ehegatten des Zusammenführenden und den minderjährigen Kindern des Zusammenführenden oder seines Ehegatten Einreise und Aufenthalt gestatten.
Krachtens artikel 4, lid 1, van de richtlijn dienen de lidstaten momenteel (gesteld dat wordt voldaan aan de andere voorwaarden van de richtlijn) toegang en verblijf toe te staan van het "kerngezin", d.w.z. de echtgenoot van de gezinshereniger en de minderjarige kinderen van de gezinshereniger en van diens echtgenoot.