Insofern, als die klagende Partei vorbringt, dass der Grundsatz der Gleichheit und des Diskriminierungsverbots verletzt worden sei, indem im vorgenannten Gesetz vom 26. Mai 2002 das Wort « leefloon » verwendet werde, stellt der Hof fest, dass aus den Ausführungen der klagenden Partei nicht ersichtlich wird, in welcher Hinsicht der Grundsatz der Gleichheit und des Diskriminierungsverbots verletzt worden wäre.
In zoverre de verzoekende partij aanvoert dat het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie zou zijn geschonden doordat in de voormelde wet van 26 mei 2002 sprake is van het woord « leefloon », stelt het Hof vast dat uit de uiteenzetting van de verzoekende partij niet valt af te leiden in welk opzicht het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie zou zijn geschonden.