31. fordert, daß bei der Schaffung eines multilateralen Rechtskorpus für direkte Auslandsinvestitionen im Rahmen der WTO als der geeigneten Institution zum einen den Interessen der Entwicklungsländer auf eine für sie annehmbare Weise und zum anderen den Rechtsvorschriften der Mitgliedstaaten im Sozial-, Umwelt- und Kulturbereich Rechnung getragen wird und daß nicht die gleichen Probleme entstehen wie beim MAI, das im Rahmen der OECD ausgearbeitet wurde;
31. wenst dat bij de totstandbrenging van een multilateraal rechtscorpus voor directe investeringen uit het buitenland in het kader van de WTO als zijnde de geschikte instelling enerzijds op een voor hun aanvaardbare wijze rekening wordt gehouden met de belangen van de ontwikkelingslanden en anderzijds met de wetgevingen van de lidstaten op sociaal, milieu- en cultureel gebied, en dat hierbij niet dezelfde problemen ontstaan als met de in het kader van de OESO voorbereide MOI;