Vertaling van "gewährleisteten grundrecht sich " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

für Justiz, Grundrechte und Bürgerschaft zuständiges Kommissionsmitglied | für Justiz, Grundrechte und Bürgerschaft zuständiges Mitglied der Kommission | Kommissar für Justiz, Grundrechte und Bürgerschaft
Commissielid belast met Justitie, grondrechten en burgerschap | Commisssaris voor Justitie, grondrechten en burgerschap

soziale Rechte [ soziale Freiheit | soziale Grundrechte | wirtschaftliche Grundrechte | wirtschaftliche und soziale Rechte ]
sociale rechten [ economische en sociale rechten | sociale vrijheden ]

Grundrechtscharta der Europäischen Union [ Charta der Grundrechte der Europäischen Union | EU-Grundrechtscharta | europäische Grundrechtscharta ]
Handvest van de grondrechten van de Europese Unie [ Europees handvest van de grondrechten ]

Ad-hoc-Gruppe Grundrechte und Unionsbürgerschaft | Gruppe Grundrechte, Bürgerrechte und Freizügigkeit
Ad-hocgroep grondrechten en burgerschap | Groep grondrechten, burgerrechten en vrij verkeer van personen

Charta der Grundrechte der Europäischen Union | EU-Charta der Grundrechte | EU-Grundrechtecharta
EU-Grondrechtenhandvest | EU-Handvest van de grondrechten | Handvest van de grondrechten van de Europese Unie

politische Grundrechte [ politische Freiheit ]
politieke rechten [ politieke vrijheid ]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Die erste Vorabentscheidungsfrage, in der ein Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit dem durch Artikel 6 Absatz 3 Buchstabe c) der Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleisteten Grundrecht, sich gegen eine strafrechtliche Anklage zu verteidigen, geltend gemacht wird, ist zulässig.
De eerste prejudiciële vraag, die een schending vermeldt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het grondrecht om zich te verdedigen tegen een strafvervolging, dat is gewaarborgd bij artikel 6.3, c), van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, is ontvankelijk.

Sie befürchten, dass die strikten Haushaltsziele, zu denen der Gesetzgeber und der Dekretgeber sich mit den angefochtenen Bestimmungen verpflichteten, zur Folge hätten, dass die zuständigen Behörden nicht mehr in der Lage wären, ihre verfassungsmäßigen Verpflichtungen in Bezug auf die durch Artikel 23 der Verfassung gewährleisteten sozialen Grundrechte zu erfüllen.
Zij vrezen dat de strikte begrotingsdoelstellingen, waartoe de wetgever en de decreetgever zich met de bestreden bepalingen verbinden, tot gevolg zullen hebben dat de bevoegde overheden niet langer in staat zullen zijn om aan hun grondwettelijke verplichtingen inzake sociale grondrechten, zoals gewaarborgd bij artikel 23 van de Grondwet, te voldoen.

erinnert daran, dass die Organe gemäß Artikel 1 Buchstabe c und Artikel 15 Absatz 1 der Verordnung (EG) Nr. 1049/2001 dazu verpflichtet sind, „eine gute Verwaltungspraxis im Hinblick auf den Zugang zu Dokumenten zu fördern“ und „eine gute Verwaltungspraxis [zu entwickeln], um die Ausübung des durch diese Verordnung gewährleisteten Rechts auf Zugang zu Dokumenten zu erleichtern“; hebt hervor, dass im Sinne von Artikel 298 AEUV und Artikel 41 der Charta der Grundrechte Transparenz eng mit dem Recht auf eine gute Verwaltung verknüpft ist, und bekräftigt seine Forderung nach Erlass einer Verordnung über Verwaltungsverfahren innerhalb der eigenen Verwaltung der EU
wijst erop dat de instellingen krachtens de artikelen 1, onder c), en 15, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1049/2001 verplicht zijn om „goede administratieve praktijken met betrekking tot de toegang tot documenten” te bevorderen en om „goede administratieve praktijken uit te werken, om de uitoefening van het door deze verordening gewaarborgde recht van toegang te vergemakkelijken”; benadrukt dat transparantie nauw verbonden is met het recht op behoorlijk bestuur, zoals bedoeld in artikel 298 VWEU en artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en roept nogmaals op tot vaststelling van een verordening inzake de administratieve procedure van de eigen administratie van de EU

die Beklagten nach Art. 51 Abs. 1 der Charta und Art. 6 Abs. 2 EUV verpflichtet seien, die mit der Charta und der EMRK gewährleisteten Grundrechte zu achten und zu wahren;
verweerders krachtens artikel 51, lid 1, van het Handvest en artikel 6, lid 2, VEU verplicht zijn tot het respecteren en het beschermen van de grondrechten die worden gewaarborgd door het Handvest en het EVRM;

Die Durchführung und Umsetzung der streitigen Kürzungen verletze die Kläger unmittelbar in ihrer Menschenwürde und verstoße gegen ihr Recht als ältere Menschen auf ein würdiges und unabhängiges Leben sowie gegen ihr Recht auf Zugang zu den Leistungen der sozialen Sicherheit und zu den sozialen Diensten, die im Alter Schutz gewährleisteten. Diese Rechte seien unmittelbar in den Art. 1, 25 und 34 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union verankert, was die angefochtenen Beschlüsse per se rechtswidrig mache und die außervertragliche Haftung der Europäischen Union für den Schaden begründe, die den Klägern infolge der Kürzungen ihrer Renten durch diese rechtswidrigen Beschlüsse entstanden sei.
De vaststelling en de toepassing van de verlagingen vormen een rechtstreekse schending van de menselijke waardigheid van verzoekers, van het recht een waardig en zelfstandig leven te leiden voor ouderen en van het recht op toegang tot socialezekerheidsvoorzieningen en sociale diensten die bescherming bieden in omstandigheden zoals ouderdom, rechten die zijn neergelegd in de artikelen 1, 25 en 34 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Daardoor zijn deze besluiten onrechtmatig en ontstaat niet-contractuele aansprakelijkheid van de Europese Unie om verzoekers de bij die besluiten, door de verlaging van hun pensioenen, ontstane schade te vergoeden.

Der irische High Court und der österreichische Verfassungsgerichtshof ersuchen den Gerichtshof um Prüfung der Gültigkeit der Richtlinie, insbesondere im Licht von zwei durch die Charta der Grundrechte der Europäischen Union gewährleisteten Grundrechten, und zwar des Grundrechts auf Achtung des Privatlebens sowie des Grundrechts auf Schutz personenbezogener Daten.
De High Court (Ierland) en het Verfassungsgerichtshof (Oostenrijk) verzoeken het Hof de geldigheid van de richtlijn te onderzoeken, met name in het licht van twee door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie gewaarborgde grondrechten, te weten het fundamentele recht op bescherming van het privéleven en het fundamentele recht op bescherming van persoonsgegevens.

Die Klägerin macht an dieser Stelle geltend, dass sie durch die angegriffenen Rechtsakte in ihren durch die Charta der Grundrechte der Europäischen Union (ABl. 2010, C 83, S. 389) (im Folgenden: Grundrechtscharta) gewährleisteten Grundrechten verletzt worden sei.
Met dit middel betoogt verzoekster dat haar door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (PB 2010, C 83, blz. 389) gewaarborgde fundamentele rechten door de bestreden handelingen zijn geschonden.

Dritter Klagegrund: Verletzung der in der Charta der Grundrechte der Europäischen Union gewährleisteten Rechte
Volgens het derde middel zijn de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie gewaarborgde rechten geschonden.

Aus der Begründung des Verweisungsurteils und aus dem Schriftsatz der vor dem vorlegenden Richter beklagten Partei geht hinlänglich hervor, dass diese sich darüber beschwert, dass sie nicht die unter anderem in den Artikeln 12 und 14 der Verfassung gewährleisteten Grundrechte geniesse.
Uit de motieven van het verwijzingsvonnis en uit de memorie van de verwerende partij voor de verwijzende rechter blijkt voldoende dat die partij zich erover beklaagt dat zij niet de onder meer in de artikelen 12 en 14 van de Grondwet gewaarborgde grondrechten geniet.

E. in der Erwägung, dass die Mitgliedstaaten gemäß den internationalen Menschenrechtsstandards, wie sie in der Allgemeinen Erklärung der Menschenrechte der Vereinten Nationen, dem Internationalen Pakt über bürgerliche und politische Rechte und den dazugehörigen Instrumenten festgelegt sind, und insbesondere gemäß der EMRK verpflichtet sind, dafür zu sorgen, dass für alle ihrer Gerichtsbarkeit unterstehenden Personen die international gewährleisteten Grundrechte gelten, darunter auch das Verbot von Überstellungen dorthin, wo die Gefahr der Folter oder sonstiger grausamer, unmenschlicher oder erniedrigender Behandlung oder Strafe besteht,
E. overwegende dat volgens internationale mensenrechtennormen, als vervat in de Universele Verklaring van de rechten van de mens van de Verenigde Naties (VN), het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en de daarbijbehorende instrumenten, en vooral volgens het EVRM, de lidstaten van de Europese Unie ertoe verplicht zijn te verzekeren dat elk individu dat onder hun rechterlijke bevoegdheid valt, de internationaal toegekende grondrechten kan genieten, inclusief het verbod op uitlevering aan of deportatie naar een staat waar een risico op foltering of onmenselijke behandeling bestaat,