Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "gewalt oder einem unüberwindbaren irrtum " (Duits → Nederlands) :

bei einem Irrtum, einer Ungenauigkeit, einer Auslassung oder einem sonstigen sachlichen Fehler im Wortlaut der Bekanntmachung eines Auftrags, der Aufforderung zur Angebotsabgabe oder der Spezifikationen auf eigene Initiative dies allen Beteiligten innerhalb der gleichen Fristen und unter den gleichen Bedingungen, die auch für die Ausschreibung gelten, mitteilen.

op eigen initiatief, indien hij een vergissing, een onnauwkeurigheid, een weglating of enige andere materiële tekortkoming in de bewoordingen van de bekendmaking van de opdracht, de uitnodiging tot inschrijving of het bestek ontdekt, de betrokkenen daarvan op de hoogte brengen op dezelfde datum en onder strikt dezelfde voorwaarden als die van de uitnodiging tot inschrijving.


82/1 - Bei Ablehnung des Inhabers eines dinglichen Hauptrechts ohne legitime Gründe, ohne von seinem Willen unabhängige Gründe oder ohne höhere Gewalt, oder mangels einer Antwort seinerseits innerhalb der in Artikel 81, Absatz 6 genannten Frist, kann der Immobilienvermittler, vorausgesetzt, dass das Gut in der in Artikel 80 § 3 erwähnten Liste steht, entweder einseitig, nach den in Unterabschnitt 1 beschriebenen Modalitäten, oder nach einem Gerichtsverfahren nach den in Unterabschnitt 2 beschr ...[+++]

In geval van weigering van de houder van een zakelijk hoofdrecht zonder gewettigde redenen, omstandigheden onafhankelijk van zijn wil of overmacht, of bij gebrek aan antwoord binnen de in artikel 81, zesde lid, bedoelde termijn, kan de vastgoedbeheerder, op voorwaarde dat het goed opgenomen wordt op de in artikel 80, § 3, bedoelde lijst, het goed ofwel op unilaterale wijze volgens de in onderafdeling 1 bedoelde modaliteiten, ofwel aan het einde van een gerechtelijke procedure volgens de in ond ...[+++]


« Verstößt Artikel 1253ter/5 in fine des Gerichtsgesetzbuches (und zwar Absatz 3 bezüglich der partnerschaftlichen Gewalt), der die faktisch Zusammenwohnenden ausdrücklich von seinem Anwendungsbereich ausschließt, insbesondere gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit anderen, überstaatlichen Gesetzesbestimmungen wie der Europäischen Menschenrechtskonvention, indem er in einem faktischen Rahmen, in ...[+++]

« Schendt artikel 1253ter/5, in fine, van het Gerechtelijk Wetboek (namelijk het derde lid met betrekking tot partnergeweld), dat de feitelijk samenwonenden uitdrukkelijk van het toepassingsgebied ervan uitsluit, niet met name de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere, supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het, in een feitelijke context waarin de bodemrechter, bij wie concurrerende vorderingen zijn ingesteld om, gedurende de tijd dat de ...[+++]


Diese Entscheidung des Gesetzgebers hat keine unverhältnismässigen Folgen, einerseits angesichts des allgemeinen Rechtsgrundsatzes, wonach die Strenge des Gesetzes bei höherer Gewalt oder einem unüberwindbaren Irrtum abgemildert werden kann, wobei die fraglichen Bestimmungen nicht von diesem Grundsatz abgewichen sind, und andererseits angesichts des Umstandes, dass die Betroffenen, die an einem Verfahren beteiligt sind und bei denen davon ausgegangen wird, dass sie die geeigneten Massnahmen zur Wahrung ihrer Rechte ergreifen (Parl. Dok., Senat, 1969-1970, Nr. 11, S. 3), nicht verpflichtet sind, ihre Verteidigung unter Bedingungen zu orga ...[+++]

De aldus door de wetgever gemaakte keuze heeft geen onevenredige gevolgen rekening houdend, enerzijds, met het algemene rechtsbeginsel dat de strengheid van de wet in geval van overmacht of van onoverwinnelijke dwaling kan worden gemilderd, beginsel waarvan de in het geding zijnde bepalingen niet zijn afgeweken en, anderzijds, met het feit dat de betrokkenen, die de rechtspleging hebben ingesteld en derhalve worden geacht alle dienstige maatregelen tot vrijwaring van hun r ...[+++]


Im Urteil Nr. 88/98 vom 15. Juli 1998 urteilte der Hof hinsichtlich der in Artikel 17 § 4ter der koordinierten Gesetze über den Staatsrat enthaltenen Maßnahme, dass, wie folgenschwer auch immer sich die Nichtbeachtung der für das Einreichen eines Antrags auf Fortsetzung des Verfahrens geltenden Frist für die klagende Partei auswirken mag, eine solche Maßnahme doch nicht in einem offensichtlichen Missverhältnis steht zu dem vom Gesetzgeber angestrebten Ziel, das nämlich darin besteht, die Verfahrensdauer zu verringern und die klagende Partei dazu anzuregen, das Verfahren nicht unnötig in die Länge zu ziehen, unter Berücksichtigung des al ...[+++]

In het arrest nr. 88/98 van 15 juli 1998 oordeelde het Hof, ten aanzien van de in artikel 17, § 4ter, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State vervatte maatregel, dat, hoe zwaar ook het gevolg van de niet-naleving van de termijn die geldt voor de indiening van een verzoek tot voortzetting van de rechtspleging voor een verzoekende partij moge zijn, een dergelijke maatregel niet kennelijk onevenredig is ten aanzien van de door de wetgever nagestreefde doelstelling, die erin bestaat de duur van de rechtspleging in te korten en de verzoekende partij ertoe aan te zetten de procedure niet onnodig te rekken, gelet op het algem ...[+++]


Außerdem nimmt der Rat für Genehmigungsstreitsachen im Anschluss an die Rechtsprechung des Staatsrates an, dass diese Ausschlussfrist überschritten werden kann durch die Anwendung des allgemeinen Rechtsgrundsatzes, wonach die Strenge des Dekrets im Falle höherer Gewalt oder unüberwindlichen Irrtums gemildert werden kann.

Bovendien aanvaardt de Raad voor Vergunningsbetwistingen, in navolging van de rechtspraak van de Raad van State, dat die vervaltermijn kan worden overschreden door de toepassing van het algemeen rechtsbeginsel dat de strengheid van het decreet kan worden gemilderd in geval van overmacht of onoverwinnelijke dwaling.


Personen, die besonders schutzbedürftig sind oder die sich in Situationen befinden, in denen sie einem besonders hohen Risiko einer Schädigung ausgesetzt sind, wie beispielsweise Personen, die wiederholter Gewalt in engen Beziehungen ausgesetzt sind, Opfer von geschlechtsbezogener Gewalt oder Personen, die Opfer anderer Arten von Straftaten in einem Mitgliedstaat werden, dessen Staatsangehörigkeit sie nicht besitzen oder in dem sie ...[+++]

Aan personen die bijzonder kwetsbaar zijn of zich in situaties bevinden waarin zij worden blootgesteld aan een bijzonder hoog risico op schade, zoals mensen die het slachtoffer zijn van herhaald geweld in hechte relaties, en slachtoffers van gendergerelateerd geweld of van andere strafbare feiten in een lidstaat waarvan zij geen onderdaan of inwoner zijn, moet gespecialiseerde ondersteuning en wettelijke bescherming worden verstrekt.


Zwar darf die Verkennung der Regeln über die Beschwerde- und Klagefristen nicht dazu führen, dass die Klage als unzulässig abgewiesen wird, sofern die Verkennung darauf beruht, dass der Beamte einem entschuldbaren Irrtum unterlegen ist, doch kann sich der Begriff des entschuldbaren Irrtums nur auf Ausnahmefälle beziehen, insbesondere auf solche, in denen das Organ ein Verhalten an den Tag gelegt hat, das für sich genommen oder ...[+++]

Ofschoon schending van de regels op het gebied van de klacht- en beroepstermijnen niet tot gevolg kan hebben dat het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, wanneer die schending te wijten is aan een verschoonbare dwaling van de ambtenaar, kan het begrip verschoonbare dwaling alleen betrekking hebben op buitengewone omstandigheden, met name wanneer de instelling zich aldus heeft gedragen dat dit gedrag, op zich of in beslissende mate, bij een justitiabele te goeder trouw die alle zorgvuldigheid aan de dag legt die van een persoon me ...[+++]


« Verstösst Artikel 21 § 3 des Gesetzes vom 13. Juni 1966 über die Ruhestands- und Hinterbliebenenpensionen für Arbeiter, Angestellte, unter belgischer Flagge fahrende Seeleute, Bergarbeiter und freiwillig Versicherte, in der durch den königlichen Erlass Nr. 205 vom 29. August 1983 (Artikel 3 Nr. 3) abgeänderten Fassung, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er eine identische Verjährungsfrist von fünf Jahren vorsieht für die Rückforderung eines nicht geschuldeten Betrags, der von einem Pensionierten zurückgefordert wird, je nachdem, ob dieser nicht geschuldete Betrag einerseits auf betrügerische Handlungen ...[+++]

« Schendt artikel 21, § 3, van de wet van 13 juni 1966 betreffende de rust- en overlevingspensioenen voor arbeiders, bedienden, zeevarenden onder Belgische vlag, mijnwerkers en vrijwillig verzekerden, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 205 van 29 augustus 1983 (artikel 3, 3), de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het voorziet in een identieke verjaringstermijn van vijf jaar voor de terugvordering van een onverschuldigd bedrag dat van een gepensioneerde wordt teruggevorderd naargelang dat onverschuldigd bedrag zijn oorsprong vindt in bedrieglijke handelingen of in valse of welbewust onvolledige verklaringen, enerzi ...[+++]


Im Urteil Nr. 88/98 vom 15. Juli 1998 urteilte der Hof hinsichtlich der in Artikel 17 § 4ter der koordinierten Gesetze über den Staatsrat enthaltenen Massnahme, dass, wie folgenschwer auch immer sich die Nichtbeachtung der für das Einreichen eines Antrags auf Fortsetzung des Verfahrens geltenden Frist für die klagende Partei auswirken mag, eine solche Massnahme doch nicht in einem offensichtlichen Missverhältnis steht zu dem vom Gesetzgeber angestrebten Ziel, das nämlich darin besteht, die Verfahrensdauer zu verringern und die klagende Partei dazu anzuregen, das Verfahren nicht unnötig in die Länge zu ziehen, unter Berücksichtigung des a ...[+++]

In het arrest nr. 88/98 van 15 juli 1998 oordeelde het Hof, ten aanzien van de in artikel 17, § 4ter , van de gecoördineerde wetten op de Raad van State vervatte maatregel, dat, hoe zwaar ook het gevolg van de niet-naleving van de termijn die geldt voor de indiening van een verzoek tot voortzetting van de rechtspleging voor een verzoekende partij moge zijn, een dergelijke maatregel niet kennelijk onevenredig is ten aanzien van de door de wetgever nagestreefde doelstelling, die erin bestaat de duur van de rechtspleging in te korten en de verzoekende partij ertoe aan te zetten de procedure niet onnodig te rekken, gelet op het algem ...[+++]


w