(8) Die Fortdauer des Gewahrsams gemäß Absatz 2 wird bei jeder in Gewahrsam genommenen Person in angemessenen Zeitabständen entweder auf Antrag der betreffenden Person oder von Amts wegen von einer Justizbehörde überprüft.
8. In elk geval van bewaring op grond van lid 2 wordt de voortgezette bewaring, op verzoek van de betrokkene of ambtshalve, met redelijke tussenpozen door de rechter herzien.