17. betont, dass bei den Bewertungen und Eignungstests umwelt-, lebensmittelsicherheits- und gesundheitsrechtlicher Vorschriften qualitativen umwelt- und gesundheitsbezogenen Gesichtspunkten der gleiche Stellenwert wie quantitativen sozioökonomischen Erwägungen eingeräumt werden muss und die im Rahmen der Verfahren für die Folgenabschätzungen durchgeführten Analysen berücksichtigt werden müssen; stellt fest, dass der langfristige Nutzen für die Umwelt und die öffentliche Gesundheit im Gegensatz zu Betriebsaufwendungen häufig nur schwerer quantifiziert werden kann;
17. benadrukt dat bij evaluaties en geschiktheidscontroles van wetgeving inzake milieu, voedselveiligheid en gezondheid aan milieu- en gezondheidsoverwegingen evenveel gewicht moet worden toegekend als aan economische overwegingen en dat rekening moet worden gehouden met de analyses die in het kader van de effectbeoordelingsprocedures zijn verricht; wijst erop dat langetermijnvoordelen voor het milieu of de volksgezondheid, anders dan bedrijfskosten, vaak moeilijk te kwantificeren zijn;
