3. Die Sendungen werden erst in den zollrechtlich freien Verkehr überführt, wenn die Lebens- bzw. Futtermittelunternehmer oder deren Vertreter den Zollbehörden die in Artikel 2 Absatz 3 genannte, von der zuständigen Behörde an der Grenzkontrollstelle oder dem benannten Eingangsort ordnungsgemäß unterschriebene und gestempelte Erklärung vorgelegt haben, mit der bescheinigt wird, dass die in Absatz 1 genannten amtlichen Kontrollen durchgeführt wurden und dass die Ergebnisse der gegebenenfalls durchgeführten Warenuntersuchungen positiv sind.
3. De zendingen kunnen pas in het vrije verkeer worden gebracht nadat de exploitant van het diervoeder- of levensmiddelenbedrijf of zijn vertegenwoordiger de in artikel 2, lid 3, bedoelde verklaring, geviseerd door de bevoegde autoriteit in de grensinspectiepost of het aangewezen punt van binnenkomst, aan de douaneautoriteiten heeft overgelegd ten bewijze van het feit dat de in lid 1 bedoelde officiële controles zijn uitgevoerd en de resultaten van eventueel uitgevoerde fysieke controles gunstig waren.
