Traduction de «gesetzmässigkeit dieser massnahmen beurteilen kann » (Allemand → Néerlandais) :

Der Gesetzgeber konnte vernünftigerweise den Standpunkt vertreten, dass Beschwerden gegen die in Artikel 119bis § 2 Nrn. 2, 3 und 4 vorgesehenen Massnahmen Bestandteil des gleichen Streitverfahrens sind wie dasjenige, über das bereits der Staatsrat befindet, und dass dieser am besten die Gesetzmässigkeit dieser Massnahmen beurteilen kann.
De wetgever vermocht redelijkerwijze te oordelen dat de beroepen tegen de in artikel 119bis, § 2, 2°, 3° en 4°, bedoelde maatregelen deel uitmaken van hetzelfde contentieux als datgene waarvan de Raad van State reeds kennis neemt en dat die het best geplaatst was om de wettigheid van die maatregelen te beoordelen.

Reichen die Unterlagen, die die Mitgliedstaaten der Mitteilung der Umsetzungsmaßnahmen beifügen, nicht aus, um die vollständige Übereinstimmung der Umsetzungsmaßnahmen mit den einzelnen Bestimmungen dieser Richtlinie zu beurteilen, kann die Kommission auf Antrag der EIOPA und im Hinblick auf die Wahrnehmung ihrer Aufgaben gemäß der Verordnung (EU) Nr. 1094/2010 oder aus eigener Initiative die Mitgliedstaaten auffordern, ausführlichere Informationen über die Umsetzung dieser Richtlinie und die Durchführung der Bestimmungen bereitzustellen.
Indien de stukken die door de lidstaten worden overlegd als bijlage bij de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen, niet toereikend zijn om volledig inzicht te krijgen in de mate waarin die maatregelen in overeenstemming zijn met bepaalde artikelen van deze richtlijn, kan de Commissie, op verzoek van de EIPOA met het oog op de uitvoering van haar taken uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1094/2010 of op eigen initiatief, verlangen dat de lidstaten meer gedetailleerde informatie met betrekking tot de omzetting van deze richtlijn en uitvoering van die maatregelen verstrekken.

Wenn die Unterlagen, die die Mitgliedstaaten der Mitteilung der Umsetzungsmaßnahmen beifügen, nicht ausreichen, um die vollständige Übereinstimmung dieser Maßnahmen mit einzelnen Bestimmungen dieser Richtlinie zu beurteilen, kann die Kommission die Mitgliedstaaten auf Antrag der EBA und im Hinblick auf die Wahrnehmung der Aufgaben der EBA gemäß der Verordnung (EU) Nr. 1093/2010 oder auf Eigeninitiative auffordern, genauere Informationen über die Umsetzung dieser Richtlinie und die Durchführung dieser Maßnahmen bereitzustellen.
Indien de stukken die door de lidstaten worden overlegd als bijlage bij de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen, niet toereikend zijn om volledig inzicht te krijgen in de mate waarin die maatregelen in overeenstemming zijn met bepaalde artikelen van deze richtlijn, kan de Commissie, op verzoek van de EBA met het oog op de uitvoering van haar taken uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1093/2010 of op eigen initiatief, verlangen dat de lidstaten meer gedetailleerde informatie met betrekking tot de omzetting van deze richtlijn en uitvoering van die maatregelen verstrekken.

Wenn die Unterlagen, die die Mitgliedstaaten der Mitteilung der Umsetzungsmaßnahmen beifügen, nicht ausreichen, um die vollständige Übereinstimmung dieser Maßnahmen mit einzelnen Bestimmungen dieser Richtlinie zu beurteilen, kann die Kommission die Mitgliedstaaten auf Antrag der EBA im Hinblick auf die Wahrnehmung der Aufgaben der EBA gemäß der Verordnung (EU) Nr. 1093/2010 oder auf Eigeninitiative auffordern, genauere Informationen über die Umsetzung dieser Richtlinie und die Durchführung dieser Maßnahmen bereitzustellen.
Indien de stukken die door de lidstaten worden overlegd als bijlage bij de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen, niet toereikend zijn om volledig inzicht te krijgen in de mate waarin die maatregelen in overeenstemming zijn met bepaalde artikelen van deze richtlijn, kan de Commissie, op verzoek van de EBA met het oog op de uitvoering van haar taken uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1093/2010 of op eigen initiatief, verlangen dat de lidstaten meer gedetailleerde informatie met betrekking tot de omzetting van deze richtlijn en uitvoering van die maatregelen verstrekken.

15. begrüßt, dass durch den Einsatz des Verfahrens der Pilotprojekte die Untersuchungen im Zusammenhang mit mutmaßlichen Verletzungen verkürzt werden können, vertritt jedoch die Ansicht, dass eine weitere Klärung und zusätzliche Informationen seitens der Kommission benötigt werden, damit das Parlament den Erfolg dieser Methode im Hinblick auf die tatsächliche Einhaltung durch die Mitgliedstaaten beurteilen kann;
15. juicht het toe dat de termijnen voor het onderzoek van vermeende inbreuken dankzij het gebruik van de proefprojectmethode verkort zijn, maar vindt dat de Commissie meer toelichting en nadere informatie moet geven, zodat het Parlement kan oordelen over het succes van deze methode vanuit het oogpunt van effectieve naleving door de lidstaten;

2. « Verstossen die Artikel 197 und 198 § 3 des allgemeinen Gesetzes (Koordinierung durch den königlichen Erlass) vom 18. Juli 1977 über Zölle und Akzisen, dahingehend ausgelegt, dass sie das Betreten von Wohnräumen ohne Vorlage von Schriftstücken, mündliche Erläuterungen oder ausführliche Begründung oder, im Falle mündlicher Erläuterungen, auf der Grundlage mündlicher Erläuterungen, die nicht der Strafakte beiliegen, erlauben, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern die infolge dieser Bestimmung vom Polizeirichter erteilte Ermächtigung zum Betreten von Wohnräumen von keinem Richter auf ihre Gesetzmässigkeit hin geprüft werden kann, während die in Anwendung von Artikel 89bis des Strafprozessgesetzbuches angeordnete Haussuchung vor dem Tatsachenrichter angefochten werden kann?
2. « Schenden de artikelen 197 en 198, § 3, van de algemene wet van (coördinatie bij koninklijk besluit van) 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen, geïnterpreteerd in de zin dat zij het betreden van bewoonde lokalen toelaat, zonder mededeling van bescheiden, mondelinge toelichtingen of grondige motivering, of, in geval van mondelinge toelichtingen, kan steunen op mondelinge toelichtingen die niet aan het strafdossier worden gevoegd, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang met artikel 6, § 1, EVRM, in zoverre de ingevolge die bepaling door de politierechter afgeleverde toestemming om toegang te verkrijgen tot bewoonde lokalen door geen enkele rechter op haar legaliteit kan worden gecontroleerd, terwijl de huiszoeking afgeleverd in toepassing van artikel 89bis van het Wetboek van Strafvordering kan worden betwist voor de feitenrechter ?

2. « Verstossen die Artikel 197 und 198 § 3 des allgemeinen Gesetzes (Koordinierung durch den königlichen Erlass) vom 18. Juli 1977 über Zölle und Akzisen, dahingehend ausgelegt, dass sie das Betreten von Wohnräumen ohne Vorlage von Schriftstücken, mündliche Erläuterungen oder ausführliche Begründung oder, im Falle mündlicher Erläuterungen, auf der Grundlage mündlicher Erläuterungen, die nicht der Strafakte beiliegen, erlauben, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern die infolge dieser Bestimmung vom Polizeirichter erteilte Ermächtigung zum Betreten von Wohnräumen von keinem Richter auf ihre Gesetzmässigkeit hin geprüft werden kann, während die in Anwendung von Artikel 89bis des Strafprozessgesetzbuches angeordnete Haussuchung vor dem Tatsachenrichter angefochten werden kann?
2. « Schenden de artikelen 197 en 198, § 3, van de algemene wet van (coördinatie bij koninklijk besluit van) 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen, geïnterpreteerd in de zin dat zij het betreden van bewoonde lokalen toelaat, zonder mededeling van bescheiden, mondelinge toelichtingen of grondige motivering; of, in geval van mondelinge toelichtingen, kan steunen op mondelinge toelichtingen die niet aan het strafdossier worden gevoegd, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang met artikel 6, § 1, EVRM, in zoverre de ingevolge die bepaling door de politierechter afgeleverde toestemming om toegang te verkrijgen tot bewoonde lokalen door geen enkele rechter op haar legaliteit kan worden gecontroleerd, terwijl de huiszoeking afgeleverd in toepassing van artikel 89bis van het Wetboek van Strafvordering kan worden betwist voor de feitenrechter ?

2. « Verstösst Artikel 4 § 1 Nr. 1 des Gesetzes vom 16. November 1972 über die Arbeitsinspektion, dahingehend ausgelegt, dass er das Betreten von Wohnräumen aufgrund von Schriftstücken und mündlichen Erläuterungen erlaubt, die nicht der Strafakte beigefügt werden, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern die infolge dieser Bestimmung vom Polizeirichter erteilte Ermächtigung zum Betreten von Wohnräumen von keinem Richter auf ihre Gesetzmässigkeit hin geprüft werden kann, während die in Anwendung von Artikel 89bis des Strafprozessgesetzbuches angeordnete Haussuchung vor dem Tatsachenrichter angefochten werden kann?
2. « Schendt artikel 4, § 1.1, van de wet van 16 november 1972 betreffende de arbeidsinspectie, geïnterpreteerd in de zin dat zij het betreden van bewoonde lokalen toelaat, steunend op bescheiden en mondelinge toelichtingen die niet aan het strafdossier worden gevoegd, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang met artikel 6, § 1 EVRM, in zoverre de ingevolge die bepaling door de politierechter afgeleverde toestemming om toegang te krijgen tot bewoonde lokalen door geen enkele rechter op haar legaliteit kan worden gecontroleerd, terwijl de huiszoeking afgeleverd in toepassing van artikel 89bis van het Wetboek van Strafvordering kan worden betwist voor de feitenrechter ?

Aufgrund von Artikel 72 Absatz 2 kann dieses Rechtsprechungsorgan nicht die Zweckmässigkeit der freiheitsentziehenden Massnahme beurteilen, doch es muss die Gesetzmässigkeit dieser Massnahme gemäss den Erfordernissen von Artikel 5 Absatz 4 der Europäischen Menschenrechtskonvention überprüfen und dabei feststellen, ob die unter B.20 in Erinnerung gerufenen drei kumulativen Bedingungen erfüllt sind.
Krachtens artikel 72, tweede lid, kan dat rechtscollege niet de opportuniteit van de vrijheidsberovende maatregel beoordelen, maar dient het niettemin de wettigheid van die maatregel na te gaan, overeenkomstig de vereisten van artikel 5.4 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, door te onderzoeken of aan de drie cumulatieve voorwaarden waaraan in B.20 is herinnerd is voldaan.