Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "gesetzgeber war bemüht " (Duits → Nederlands) :

Der Gesetzgeber war bemüht, « ausreichende Garantien zu bieten, damit die gerichtliche Untersuchung nicht jeglichen Sinn verliert oder gewisse Grundrechte nicht gefährdet werden » (ebenda, S. 38).

De wetgever was erom bekommerd « voldoende garanties [te bieden] om te vermijden dat het gerechtelijk onderzoek zou worden uitgehold of dat bepaalde fundamentele rechten in het gedrang zouden komen » (ibid., p. 38).


Der Gesetzgeber war ebenfalls bemüht, die Eintragungsgebühren in ein Verhältnis zu den Funktionskosten des Gerichtsapparats zu bringen.

Tevens beoogde de wetgever om de rolrechten in verhouding te brengen met de werkingskosten van het gerechtelijke apparaat.


Der Gesetzgeber war bei der Reform des Abstammungsrechts und insbesondere bezüglich des Rechts im Bereich der Anerkennung immer bemüht, der Wahrheit möglichst nahe zu kommen (Parl. Dok., Senat, 1977-1978, Nr. 305-1, S. 3) und es daher zu ermöglichen, die gesetzliche Abstammung anzufechten (Parl. Dok., Senat, 1977-1978, Nr. 305-1, S. 12).

De wetgever heeft bij het hervormen van het afstammingsrecht, en in het bijzonder betreffende het recht inzake erkenning, er steeds naar gestreefd de waarheid zoveel mogelijk te benaderen (Parl. St., Senaat, 1977-1978, nr. 305/1, p. 3) en het daarom mogelijk te maken de wettelijke afstamming te betwisten (Parl. St., Senaat, 1977-1978, nr. 305/1, p. 12).


Der Gesetzgeber war bei der Reform des Abstammungsrechts und insbesondere bezüglich des Rechts im Bereich der Anerkennung immer bemüht, der Wahrheit möglichst nahe zu kommen (Parl. Dok., Senat, 1977-1978, Nr. 305-1, S. 3) und es daher zu ermöglichen, die gesetzliche Abstammung anzufechten (Parl. Dok., Senat, 1977-1978, Nr. 305-1, S. 12).

De wetgever heeft bij het hervormen van het afstammingsrecht, en in het bijzonder betreffende het recht inzake erkenning, er steeds naar gestreefd de waarheid zoveel mogelijk te benaderen (Parl. St., Senaat, 1977-1978, nr. 305/1, p. 3) en het daarom mogelijk te maken de wettelijke afstamming te betwisten (Parl. St., Senaat, 1977-1978, nr. 305/1, p. 12).


Der Gesetzgeber war damals bemüht, darauf zu achten, dass die Feststellung einer Abstammung soweit wie möglich der « biologischen Realität » entsprach, gleichzeitig aber auch darauf zu achten, dass « Missbräuche » vermieden werden und dass « die sozialaffektive Elternschaft nicht der biologischen Wahrheit geopfert wird » (ebenda, SS. 4 und 16).

De bekommernis van de wetgever bestond toen erin erover te waken dat de vaststelling van een afstamming zo veel mogelijk met de « biologische werkelijkheid » overeenstemde, door tevens erover te waken dat « excessen » werden vermeden en dat « het socio-affectieve ouderschap [niet werd opgeofferd] aan de biologische waarheid » (ibid., pp. 4 en 16).


Der Gesetzgeber war also bemüht, übrigens gemäß Artikel 23 Absatz 2 Nr. 1 der Verfassung, dem Arbeitnehmer die notwendigen finanziellen Mittel zu sichern, um seine Existenzsicherheit zu gewährleisten (Parl. Dok., Senat, Sondersitzungsperiode 1991-1992, Nr. 100-2/3°, S. 17).

Aldus beoogde de wetgever, overigens in overeenstemming met artikel 23, derde lid, 1°, van de Grondwet, de werknemer de nodige financiële middelen te verzekeren om zijn bestaanszekerheid te waarborgen (Parl. St., Senaat, B.Z., 1991-1992, nr. 100-2/3°, p. 17).


Der Gesetzgeber war ebenfalls bemüht, die Gesundheit der Arbeitnehmer zu schützen und zu vermeiden, dass sie Gefahr laufen, ihren Gesundheitszustand zu verschlimmern, und dies rechtfertigt es, dass die Wiederaufnahme der Arbeit dem vorherigen Erhalt der Erlaubnis des Vertrauensarztes unterliegt.

De wetgever heeft zich eveneens erom bekommerd de gezondheid van de werknemer te beschermen en te vermijden dat hij het risico neemt zijn gezondheidstoestand te verergeren, hetgeen verantwoordt dat de werkhervatting wordt gekoppeld aan de voorwaarde met betrekking tot het verkrijgen van de voorafgaande toelating van de adviserende geneesheer.


Der Gesetzgeber war der Auffassung, dass das Antriebsnetz der Eisenbahn in der Richtlinie 2009/72/EG vorgesehen war, und war bezüglich dieses Netzes bemüht, eine Anwendung dieser Richtlinie zu gewährleisten, die mit derjenigen der Richtlinie 2001/14/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 26. Februar 2001 über die Zuweisung von Fahrwegkapazität der Eisenbahn, die Erhebung von Entgelten für die Nutzung von Eisenbahninfrastruktur und die Sicherheitsbescheinigung vereinbar ist.

De wetgever heeft geoordeeld dat het tractienet spoor werd beoogd in de richtlijn 2009/72/EG en heeft met betrekking tot dat net ernaar gestreefd een tenuitvoerlegging van die richtlijn te waarborgen die verenigbaar is met die van de richtlijn 2001/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2001 inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering.


Der Gesetzgeber war bemüht, das Los der vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 5. August 2003 eingereichten Klagen, die sich zu diesem Zeitpunkt immer noch im Stadium der Ermittlung oder der gerichtlichen Untersuchung befanden, zu regeln durch Annahme von Artikel 29 § 3 dieses Gesetzes, der Gegenstand dieser Klage ist.

De wetgever heeft, met de aanneming van artikel 29, § 3, van die wet, dat het voorwerp uitmaakt van onderhavig beroep, het lot geregeld van de klachten die vóór de inwerkingtreding van de wet van 5 augustus 2003 werden ingediend, en waarvoor op dat ogenblik het opsporingsonderzoek of het gerechtelijk onderzoek nog liep.


Der Gesetzgeber war bei der Reform des Abstammungsrechts und insbesondere bezüglich des Rechts im Bereich der Anerkennung immer bemüht, der Wahrheit möglichst nahe zu kommen (Parl. Dok., Senat, 1977-1978, Nr. 305-1, S. 3) und es daher zu ermöglichen, die gesetzliche Abstammung anzufechten (Parl. Dok., Senat, 1977-1978, Nr. 305-1, S. 12).

De wetgever heeft bij het hervormen van het afstammingsrecht, en in het bijzonder betreffende het recht inzake erkenning, steeds ernaar gestreefd de waarheid zoveel mogelijk te benaderen (Parl. St., Senaat, 1977-1978, nr. 305-1, p. 3) en het daarom mogelijk te maken de wettelijke afstamming te betwisten (Parl. St., Senaat, 1977-1978, nr. 305-1, p. 12).




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'gesetzgeber war bemüht' ->

Date index: 2022-02-24
w