Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "gesetzes zuerkannt wurde " (Duits → Nederlands) :

« Die Möglichkeit, dem Aufenthalt eines Unionsbürgers, seiner Familienmitglieder oder den Familienmitgliedern eines Belgiers ein Ende zu setzen, die in den Artikeln 42bis, 42ter und 42quater des Gesetzes eingeführt wird, findet nur Anwendung auf die Personen, denen das Recht auf einen Aufenthalt in Belgien nach dem Inkrafttreten des vorliegenden Gesetzes zuerkannt wurde.

« De mogelijkheid om een einde te maken aan het verblijf van de burger van de Unie, zijn familieleden of de familieleden van een Belg, die wordt ingevoerd in artikelen 42bis, 42ter en 42quater van de wet, is enkel van toepassing op de personen aan wie het recht op verblijf in België na de inwerkingtreding van de huidige wet werd toegekend.


Aufgrund von Artikel 139 des Gesetzes vom 26. Dezember 2015 wurde Artikel 3 des Programmgesetzes vom 19. Dezember 2014, der den Betrag der abzugsfähigen pauschalen Werbungskosten geändert hat, der auf die Entlohnungen von Arbeitnehmern anwendbar ist, die ab dem 1. Januar 2016 gezahlt oder zuerkannt werden, zurückgezogen.

Krachtens artikel 139 van de wet van 26 december 2015 is artikel 3 van de programmawet van 19 december 2014, dat het bedrag van de aftrekbare forfaitaire beroepskosten wijzigde, van toepassing op de bezoldigingen van werknemers die worden betaald of toegekend vanaf 1 januari 2016, ingetrokken.


« Verstößt Artikel 216bis § 2 Absatz 1 des Strafprozessgesetzbuches in der durch das Gesetz vom 5. Februar 2016 abgeänderten Fassung, indem er bestimmt, dass das dem Prokurator des Königs zuerkannte Recht, einen Vergleich vorzuschlagen, nur insofern ausgeübt werden kann, als noch kein Endurteil oder Endentscheid in Strafsachen erlassen worden ist, gegen die Artikel 12 und 14 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, indem er keine Übergangsbestimmung vorsieht für die Vergleiche, die vor dem 29. Februar 2016, dem Datum des Inkrafttretens des Gesetzes ...[+++]

« Schendt artikel 216bis, § 2, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, zoals gewijzigd bij de wet van 5 februari 2016, in zoverre het bepaalt dat de aan de procureur des Konings toegekende mogelijkheid om een minnelijke schikking voor te stellen enkel kan plaatsvinden voor zover er nog geen eindvonnis of eindarrest is gewezen in strafzaken, de artikelen 12 en 14 van de Grondwet, in voorkomend geval in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het in geen enkele overgangsbepaling voorziet voor de minnelijke schikkingen die zijn gesloten vóór 29 februari 2016, datum van inwerkingtreding van de wet van ...[+++]


« Verstößt Artikel 47 Absatz 1 Nr. 3 des Gesetzes vom 25. April 2007 zur Abänderung des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern, in Verbindung mit Artikel 42septies des Gesetzes vom 15. Dezember 1980, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, in Verbindung mit dem Grundsatz der Nichtrückwirkung der Gesetze, indem er dahingehend ausgelegt wird, dass er es dem Minister oder seinem Beauftragten ermöglicht, dem Aufenthaltsrecht, das einem Familienmitglied eines Unionsbürgers, oder einem angeblichen Familienmitglied dieses Union ...[+++]

« Schendt artikel 47, eerste lid, 3°, van de wet van 25 april 2007 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, in samenhang gelezen met artikel 42septies van de wet van 15 december 1980, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het beginsel van de niet-retroactiviteit van de wetten, in zoverre het in die zin wordt geïnterpreteerd dat het aan de minister of aan zijn gemachtigde de mogelijkheid biedt een ...[+++]


Aufgrund von Artikel 139 des Gesetzes vom 26. Dezember 2015 « über Maßnahmen zur verstärkten Schaffung von Arbeitsplätzen und zur Stärkung der Kaufkraft » wurde der angefochtene Artikel 3 des Programmgesetzes vom 19. Dezember 2014, der auf die Entlohnungen von Arbeitnehmern anwendbar ist, die ab dem 1. Januar 2016 gezahlt oder zuerkannt werden, zurückgezogen.

Krachtens artikel 139 van de wet van 26 december 2015 « houdende maatregelen inzake versterking van jobcreatie en koopkracht » is het bestreden artikel 3 van de programmawet van 19 december 2014, dat van toepassing is op de bezoldigingen van werknemers die worden betaald of toegekend vanaf 1 januari 2016, ingetrokken.


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 27. Mai 2015 in Sachen Eduard Gaj gegen die Gemeinde Opglabbeek, dessen Ausfertigung am 28. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Arbeitsgericht Antwerpen, Abteilung Tongern, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstoßen Artikel 63 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 über die Arbeitsverträge und Artikel 38 des ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 27 mei 2015 in zake Eduard Gaj tegen de gemeente Opglabbeek, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 mei 2015, heeft de Arbeidsrechtbank te Antwerpen, afdeling Tongeren, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden artikel 63 van de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 en artikel 38 van de Wet Eenheidsstatuut van 26 dece ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 318 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der die Vaterschaft für sich in Anspruch nimmt, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass er der Vater ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vaderschap van het kind ope ...[+++]


Insofern die angefochtene Bestimmung von der durch sie zugunsten der Personen, die gezwungen worden sind, in der Illegalität zu leben, eingeführten Rente die Personen ausschliesst, die, weil sie den Massnahmen der Rassenverfolgungen durch die Besatzungsbehörden unterlagen, eine Invaliditätspension auf der Grundlage des Gesetzes vom 15. März 1954 erhalten oder denen das Recht darauf in Anwendung von Artikel 5 dieses Gesetzes zuerkannt wurde, führt sie einen Behandlungsunterschied ein, der nicht mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar ist.

In zoverre de bestreden bepaling van de rente die zij invoert ten voordele van de personen die werden gedwongen in de clandestiniteit te leven, de personen uitsluit die, omdat zij waren onderworpen aan de maatregelen van rassenvervolgingen vanwege de bezetter, een invaliditeitspensioen genieten op grond van de wet van 15 maart 1954 of aan wie het recht om dat te genieten werd toegekend met toepassing van artikel 5 van dezelfde wet, roept ze een verschil in behandeling in het leven dat niet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van ...[+++]


Insofern die fragliche Bestimmung von der durch sie zugunsten der Personen, die gezwungen worden sind, in der Illegalität zu leben, eingeführten Rente die Personen ausschliesst, die, weil sie den Massnahmen der Rassenverfolgungen durch die Besatzungsbehörden unterlagen, eine Invaliditätspension auf der Grundlage des Gesetzes vom 15. März 1954 erhalten oder denen das Recht darauf in Anwendung von Artikel 5 dieses Gesetzes zuerkannt wurde, führt sie einen Behandlungsunterschied ein, der nicht mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar ist.

In zoverre de in het geding zijnde bepaling van de rente die zij invoert ten voordele van de personen die werden gedwongen in de clandestiniteit te leven, de personen uitsluit die, omdat zij onderworpen waren aan de maatregelen van rassenvervolgingen vanwege de bezetter, een invaliditeitspensioen genieten op grond van de wet van 15 maart 1954 of aan wie het recht om dat te genieten werd toegekend met toepassing van artikel 5 van dezelfde wet, roept ze een verschil in behandeling in het leven dat niet bestaanbaar is met de artikelen 10 ...[+++]


« Verstösst Artikel 15 § 1 Buchstabe b) Nr. 3 des Gesetzes vom 11. April 2003 zur Festlegung neuer Massnahmen zugunsten der Kriegsopfer gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er einen Behandlungsunterschied zwischen den Personen, denen das Recht auf eine Invaliditätspension aufgrund des Gesetzes vom 15. März 1954 über die Wiedergutmachungspensionen für die Zivilopfer des Krieges 1940-1945 nicht zuerkannt wurde, und den Personen, denen dieses Recht zuerkannt wurde, herbeiführt?

« Schendt artikel 15, § 1, b), 3°, van de wet van 11 april 2003 houdende nieuwe maatregelen ten gunste van de oorlogsslachtoffers de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het een verschil in behandeling teweegbrengt tussen de personen aan wie het recht op een invaliditeitspensioen op grond van de wet van 15 maart 1954 betreffende de herstelpensioenen voor de burgerlijke slachtoffers van de oorlog 1940-1945 niet is toegekend en de personen aan wie dat recht wel is toegekend ?


w