Da aus dem Sachverhalt des Verfahrens vor dem vorlegenden Richter hervorgeht, dass das Verfahren nach dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 3. Mai 2003 eingeleitet wurde, muss der Hof prüfen, ob Artikel 488bis Buchstabe h) des Zivilgesetzbuches in der durch Artikel 8 dieses Gesetzes ersetzten Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstösst.
Vermits uit het dossier van de rechtspleging voor de verwijzende rechter blijkt dat de procedure is ingesteld na de inwerkingtreding van de wet van 3 mei 2003, dient het Hof na te gaan of artikel 488bis, h), van het Burgerlijk Wetboek, zoals vervangen bij artikel 8 van die wet, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt.