3. Im Einklang mit den einschlägigen EU-Rechtsvorschriften und nationalen Gesetzen benennt jeder Mitgliedstaat eine oder mehrere nationale Stellen, die für die außergerichtliche Beilegung von Streitfällen zwischen Luftfahrtunternehmen und Fluggästen (Forderung) im Zusammenhang mit den unter diese Verordnung fallenden Rechten zuständig sind.
3. Overeenkomstig de relevante EU-wetgeving en nationale wetgeving wijst elke lidstaat een nationaal orgaan of organen aan dat (die) verantwoordelijk is (zijn) voor de buitengerechtelijke beslechting van geschillen tussen luchtvaartmaatschappijen en passagiers (vordering) met betrekking tot de rechten uit hoofde van deze verordening.