In seinem Urteil von 13. Juli 2004 stellt der Gerichtshof fest, dass indirekte Fernsehwerbung für alkoholische Getränke der Form, dass während der Übertragung von Sportveranstaltungen Werbetafeln zu sehen sind, im Sinne der Richtlinie keine individualisierbare, im Fernsehen gesendete Äußerung, durch die der Absatz von Waren oder die Erbringung von Dienstleistungen gefördert werden soll, darstellt.
In zijn arrest van 13 juli 2004 heeft het Hof bepaald dat indirecte televisiereclame voor alcoholhoudende dranken door middel van reclameborden die bij de uitzending van sportevenementen in beeld verschijnen, geen individualiseerbare reclameboodschap met het oog op de bevordering van de levering van goederen of diensten in de zin van de richtlijn vormt.