Auf der Grundlage dieser Prinzipien hat der Hof in der Vergangenheit
geurteilt, dass es nicht zulässig ist, dass der Gesetzgeber eine Vermutung des vorzeitigen Verzichts auf das Berufsgeheimnis auf Seiten von Rechtsunterworfenen, die sich in einem Verfahren der kollektiven Schulde
nregelung befinden, festlegt (Urteil Nr. 46/2000), oder aber dass es nicht gerechtfertigt ist, die Konkursverwalter zu verpflichten, der Konkursakte die Angabe der Leistungen hinzuzufügen, die er selbs
t oder einer seiner ...[+++]Gesellschafter oder direkten Mitarbeiter gegebenenfalls zu Gunsten des Konkursschuldners oder der Geschäftsführer und Verwaltungsratsmitglieder der in Konkurs gegangenen Gesellschaft erbracht habe (Urteil Nr. 50/2004).Op basis van die beginselen heeft het Hof in het verl
eden geoordeeld dat niet kon worden aanvaard dat de wetgever ten aanzien van de rechtzoekende in een procedure van collectieve schuldenregeling een vermoeden van vervroegde afstand va
n het beroepsgeheim instelt (arrest nr. 46/2000), of nog, dat het niet verantwoord was de curator ertoe te verplichten in het faillissementsdossier de prestaties aan te geven die hijzelf of een van zijn vennoten of rechtstreekse medewerkers zou hebben verricht voor de gefailleerde of de bestuurders of z
...[+++]aakvoerders van de gefailleerde vennootschap (arrest nr. 50/2004).