Die Gesellschaft Ryanair ist im Ubrigen der Meinung, der Schriftsatz der Flämischen Regierung müsse für unzulässig erklärt werden, insofern er Artikel 62 Absatz 2 Nr. 2 des vorerwähnten Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 verletze, der vorsehe, dass die Regierungen der Gemeinschaften und der Regionen in ihren Schriftstücken und Erklärungen ihre Verwaltungssprache benutzten.
De vennootschap Ryanair is overigens van mening dat de memorie van de Vlaamse Regering onontvankelijk moet worden verklaard doordat zij artikel 62, tweede lid, 2°, van de voormelde bijzondere wet van 6 januari 1989 schendt, dat bepaalt dat de gemeenschaps- en gewestregeringen, in hun akten en verklaringen, hun bestuurstaal gebruiken.