15. betont, dass die von der Gesellschaft geforderten zusätzlichen Leistungen in Form von öffentlichen Gütern nur im Rahmen einer funktionierenden, nachhaltigen, flächendeckenden und produktiven Landwirtschaft erbracht werden können; befürwortetet daher einen ausgewogenen Ansatz, in dessen Rahmen die Einführung zusätzlicher Maßnahmen zum Schutz der Umwelt und die Schlüsselrolle der GAP bei der Sicherung einer effizienten Produktion miteinander verknüpft werden;
15. benadrukt dat enkel een goed werkende, duurzame, brede en productieve landbouw in staat is om bijkomende diensten te leveren zoals verlangd door de samenleving in de vorm van collectieve goederen; is daarom voorstander van een evenwichtige en integratieve aanpak tussen de invoering van bijkomende maatregelen voor milieubescherming en de kernrol van het GLB bij het verzekeren van efficiënte productie;
