Tot slot wordt in het handboek onderstreept dat de nationale autoriteiten, wann
eer zij maatregelen nemen tegen mogelijk misbruik, de betrokkenen niet mogen onderwerpen aan vernederende behandeling en hen niet mogen discrimineren op welke g
rond ook, waaronder geslacht, ras, kleur, etnische of sociale afkomst, genetische kenmerken, taal, nationaliteit, godsdienst of overtuiging, politieke of andere denkbeelden, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte, een handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid, aangezien dat in
...[+++]strijd zou zijn met respectievelijk artikel 4 van het handvest (en artikel 3 van het verdrag) en artikel 21 van het handvest (en mogelijk ook artikel 14 van het verdrag).