Die fundamentale Haushaltslage des Gesamtstaates im Jahre 2002 bietet im großen und ganzen eine angemessene Sicherheitsmarge, die unter normalen Umständen verhindert, daß das Defizit den Schwellenwert von 3 % des BIP überschreitet, so daß die Anforderungen des Stabilitäts- und Wachstumspakts erfüllt sind.
De onderliggende begrotingssituatie van de totale overheid levert in 2002 een ruimschoots toereikende veiligheidsmarge om te voorkomen dat het tekort onder normale omstandigheden boven de drempel van 3% van het BBP uitkomt, en aldus aan de vereisten van het stabiliteits- en groeipact te voldoen.