9. besteht darauf, dass Fischereiabkommen kommerzieller Natur nur dann unterzeichnet werden dürfen, wenn sie die Versorgung des Gemeinschaftsmarktes mit einer nachhaltigen Entwicklung des Fischereisektors in dem betreffenden Entwicklungsland vereinbaren; weist darauf hin, dass eine Bewertung dieser Vereinbarkeit insbesondere eine Ex-Ante-Evaluierung der Lag
e des Bestands, des gesamten lokal betriebenen Fischereiaufwands (durch nationale und ausländische Flotten) und des Vorhandenseins bzw. Nichtvorhandenseins zusätzlicher Ressourcen einschließt; betont, dass der vorrangige Zugang zu den Beständen grundsätzlich dem Sektor der Kleinfisch
...[+++]erei des Entwicklungslandes einzuräumen ist; 9. dringt erop aan dat er alleen visserij-overeenkomsten van commerciële aard ondertekend worden als ze te verenigen zijn met de voorziening van de communautaire markt en met duurzame ontwikkeling van
de visvangst in het betreffende ontwikkelingsland; merkt op dat de verenigbaarheid meer in het bijzonder voorafgaand onderzoek veronderstelt naar de toestand van de visrijkdom en naar de omvang van de plaatselijke vangst (door de nationale vissersvloot en buitenlandse vloten), en dus naar het feit of er al dan niet voorraden in overschot zijn; benadrukt dat de kleinschalige visvangst van de ontwikkelingslanden altijd voorrang moet krijgen
...[+++] in de toegang tot de visbestanden;