Zu diesem Zweck müssen die an einem grenzübergreifenden Programm teilnehmenden Mitgliedstaaten und begünstigten Länder in der Lage sein, das gesamte Programm nach den Bestimmungen des Abschnitts 2 im gesamten förderfähigen Gebiet durchzuführen.
Hiertoe moeten de lidstaten en de begunstigde landen die deelnemen aan een grensoverschrijdend programma in staat zijn het hele programma in het gehele in aanmerking komende gebied uit te voeren volgens de bepalingen van sectie 2 van dit hoofdstuk.