(1) Die Abwicklungsstelle bewahrt die Finanzstabilität, minimiert die Gefahr der Ausbreitung der Krise durch in Schwierigkeiten geratene in Artikel 12b bestimmte Institute auf das übrige System und die gesamte Volkswirtschaft, begrenzt die Kosten für die Steuerzahler unter Wahrung des Prinzips der Verhältnismäßigkeit und der Gläubigerhierarchie und stellt grenzüberschreitend gleiche Bedingungen sicher.
1. De Eenheid afwikkeling handhaaft de financiële stabiliteit, minimaliseert het besmettingsgevaar dat van de in artikel 12 ter bedoelde in moeilijkheden verkerende instellingen uitgaat voor de rest van het systeem en de economie in ruimere zin, en beperkt de kosten voor de belastingbetaler met inachtneming van het proportionaliteitsbeginsel en de volgorde van crediteuren, terwijl zij tevens garant staat voor grensoverschrijdend gelijke behandeling.