Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "gerichtshofs wird noch " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
der Gerichtshof wird durch die Ernennung von vier Richtern ergaenzt

het Hof van Justitie wordt aangevuld door de benoeming van vier rechters


die Satzung des Gerichtshofes wird durch ein Zusatzprotokoll zu diesem Vertrag festgelegt

het Statuut van het Hof is vastgesteld bij een aan dit Verdrag toegevoegd protocol


die Satzung des Gerichtshofes wird in einem besonderen Protokoll festgelegt

het Statuut van het Hof van Justitie wordt vastgesteld bij een afzonderlijk protocol
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Es ist in diesem Fall nicht notwendig, das Interesse der zweiten, dritten und vierten klagenden Parteien zu prüfen, da das Interesse der ersten klagenden Partei weder angefochten wird, noch anfechtbar ist, umso mehr, als sie ebenfalls Partei in der Rechtssache ist, in der der Staatsrat durch seinen Entscheid Nr. 228. 690 vom 7. Oktober 2014 dem Gerichtshof eine Vorabentscheidungsfrage zu Artikel 4.8.21 des Flämischen Raumordnungskodex gestellt hat.

Het is te dezen niet nodig het belang van de tweede, derde en vierde verzoekende partijen te onderzoeken, nu het belang van de eerste verzoekende partij niet wordt betwist, noch betwistbaar is, temeer daar zij eveneens partij is in de zaak waarin de Raad van State bij zijn arrest nr. 228.690 van 7 oktober 2014 aan het Hof een prejudiciële vraag heeft gesteld over artikel 4.8.21 van de VCRO.


Dem Gerichtshof wird eine Frage gestellt zum Behandlungsunterschied zwischen den Gläubigern, die gegen den alleinigen Schuldner Berufung gegen ein Urteil einreichen können, mit dem ein gerichtlicher Reorganisationsplan durch kollektive Einigung homologiert wird, und einerseits der Partei, die Berufung gegen ein Urteil, mit dem die Homologierung dieses Plans abgelehnt wird, einlegt und die ihre Berufung gegen alle Parteien richten muss, die dem Reorganisationsverfahren durch Antrag beigetreten sind (erster Teil der Frage) sowie andererseits dem Berufungskläger, der im Rahmen eines unteilbaren Verf ...[+++]

Aan het Hof wordt een vraag gesteld over het verschil in behandeling tussen de schuldeiser, die enkel tegen de schuldenaar een hoger beroep kan instellen betreffende een vonnis dat een plan van gerechtelijke reorganisatie door een collectief akkoord homologeert en, enerzijds, de partij die hoger beroep instelt tegen een vonnis waarbij wordt geweigerd het genoemde plan te homologeren en die zijn hoger beroep moet instellen tegen alle partijen die tijdens de reorganisatieprocedure bij verzoekschrift zijn tussengekomen (eerste onderdeel van de vraag) alsook, anderzijds, de appellant die, in het kader van een onsplitsbaar geschil, krachtens ...[+++]


Der Gerichtshof wird zur Vereinbarkeit von Artikel 159bis des WGBRSE mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit den Artikeln 6 Absatz 1 und 13 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zu dieser Konvention, befragt, insofern diese Gesetzesbestimmung einen Behandlungsunterschied zwischen zwei Kategorien von Personen einführe, die, nachdem sie auf einem Grundstück, dessen Eigentümer sie seien, eine festen Anlage errichtet hätten, ohne die durch Artikel 84 § 1 Nr. 1 des WGBRSE vorgeschriebene Städtebaugenehmigung erhalten zu haben, einen Antrag auf Genehmigung an ...[+++]

Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in voorkomend geval in samenhang gelezen met de artikelen 6.1 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag, van artikel 159bis van het WWROSP, in zoverre die wetskrachtige bepaling een verschil in behandeling creëert tussen twee categorieën van personen die, nadat zij op een terrein waarvan zij eigenaar zijn een vaste installatie hebben geplaatst zonder de stedenbouwkundige vergunning te hebben verkregen die is vereist bij artikel 84, § 1, 1°, van het WWR ...[+++]


Dem Gerichtshof wird eine erste Vorabentscheidungsfrage gestellt über den Umstand, dass aufgrund des vorerwähnten Artikels 6 der Anfangszeitpunkt der darin festgelegten Frist von drei Werktagen der Tag sei, an dem der Präsident des Arbeitsgerichts die in Artikel 5 § 3 des Gesetzes vom 19. März 1991 vorgesehene Entscheidung getroffen habe, und somit ein Datum, das weder ein feststehendes Datum sei, noch notwendigerweise dem Empfänger zur Kenntnis gebracht worden sei, während der Anfangszeitpunkt der Beschwerdefristen ab der Notifizier ...[+++]

Aan het Hof wordt een eerste prejudiciële vraag gesteld over de omstandigheid dat het voormelde artikel 6 het aanvangspunt van de termijn van drie werkdagen die erin wordt vastgesteld, laat lopen vanaf de dag waarop de voorzitter van de arbeidsrechtbank de in artikel 5, § 3, van de wet van 19 maart 1991 bedoelde beslissing heeft genomen, en bijgevolg vanaf een datum die noch een vaste datum is, noch noodzakelijkerwijs ter kennis wordt gebracht van de geadresseerde ervan, terwijl het aanvangspunt van beroepstermijnen wordt berekend van ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 12. Mai 2015 in Sachen S. V. D. und E.P. gegen A. L., G.G. und D.V., dessen Ausfertigung am 5. Juni 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Kassationshof folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 235bis § 6 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit de ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 12 mei 2015 in zake S. V. D. en E.P. tegen A.L., G.G. en D.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juni 2015, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 235bis, § 6, Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 Grondwet, in samenhang gelezen met het recht op een eerlijk proces uit artikel 6 EVRM en met het algemeen rechtsbeginsel van het recht van verdediging, in zoverre dit artike ...[+++]


Der Gerichtshof wird zur Vereinbarkeit von Artikel 100 Absatz 1 Nr. 1 der koordinierten Gesetze über die Staatsbuchführung, der aufgrund von Artikel 131 Absatz 2 des vorerwähnten Gesetzes vom 22. Mai 2003 auf die vor dem vorlegenden Richter anhängige Streitsache anwendbar bleibt, mit den Artikeln 10, 11 und 16 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zu dieser Konvention befragt, indem diese Bestimmung eine fünfjährige Verjährungsfrist für Schuldforderungen zu Lasten des Staates vorsehe, aufgrund der außervertraglichen Haftung der Behörden wegen ein ...[+++]

Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van artikel 100, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit, dat krachtens artikel 131, tweede lid, van de voormelde wet van 22 mei 2003 van toepassing blijft op het voor de verwijzende rechter gebrachte geschil, met de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag, doordat die bepaling voorziet in een vijfjarige verjaringstermijn voor schuldvorderingen ten laste van de Staat, op grond van de buitencontractuele aansprakelijkheid van d ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 7. Januar 2015 in Sachen Marcel Yabili gegen den belgischen Staat und das Amt für überseeische soziale Sicherheit, dessen Ausfertigung am 15. Januar 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das französischsprachige Arbeitsgericht Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 51 des Gesetzes vom 17. J ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 7 januari 2015 in zake Marcel Yabili tegen de Belgische Staat en de Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 15 januari 2015, heeft de Franstalige Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 51 van de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 26 van het Intern ...[+++]


Moerman, E. Derycke und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfragen und Verfahren In zwei Entscheiden vom 17. Dezember 2014 in Sachen der « Les Sittelles » AG gegen den belgischen Staat - FÖD Finanzen -, deren Ausfertigungen am 7. Januar 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen sind, hat der Appellationshof Lüttich folgende Vorabentscheidungsfragen gestellt: 1. Im ersten Entscheid: « Verstößt Artikel 75 Nr. 3 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 gegen die Bestimmungen der Artikel 1 ...[+++]

Moerman, E. Derycke en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij twee arresten van 17 december 2014 in zake de nv « Les Sittelles » tegen de Belgische Staat, FOD Financiën, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 7 januari 2015, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. In het eerste arrest : « Schendt artikel 75, 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de bepalingen van de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in zoverre het tot gevolg heeft dat een vennootschap die beantwoordt aan de criteria van een k ...[+++]


Wenn die einstweilige Aufhebung aufgrund von Artikel 20 Nr. 2 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Verfassungsgerichtshof beantragt wird, muss der Gerichtshof weder die ernsthafte Beschaffenheit der Klagegründe, noch das Bestehen der Gefahr eines schwer wiedergutzumachenden ernsthaften Nachteils prüfen; vielmehr muss er prüfen, ob die angefochtene Bestimmung mit einer vom selben Gesetzgeber verabschiedeten und zuvor vom Gerichtshof für nichtig erklärten Bestimmung identisch oder ihr ähnlich ist.

Wanneer de schorsing wordt gevorderd op grond van artikel 20, 2°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, moet het Hof noch het ernstige karakter van de middelen, noch het bestaan van een risico van een moeilijk te herstellen ernstig nadeel onderzoeken, maar moet het onderzoeken of de bestreden bepaling identiek of soortgelijk is met een door dezelfde wetgever aangenomen en voordien door het Hof vernietigde bepaling.


Der Gerichtshof wird gefragt, ob Artikel 332quinquies § 2 Absatz 1 des Zivilgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern die Mutter eines Kindes, das zum Zeitpunkt des Einreichens einer Vaterschaftsfeststellungsklage durch die Person, die behaupte, der biologische Vater des Kindes zu sein, das erste Lebensjahr noch nicht vollendet habe, gegen diese Klage keinen Einspruch auf der Grundlage des Interesses des Kindes erheben könne, während die Mutter eines Kindes, das zum Zeitpunkt des Einreichens der Kl ...[+++]

Het Hof wordt gevraagd of artikel 332quinquies, § 2, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat de moeder van een kind dat nog niet de volle leeftijd van één jaar heeft bereikt op het ogenblik van het instellen van een vordering tot vaststelling van het vaderschap, door de persoon die beweert de biologische vader van het kind te zijn, zich tegen die vordering niet kan verzetten op basis van het belang van het kind, terwijl de moeder van een kind dat op het ogenblik van het instellen van de vord ...[+++]




Anderen hebben gezocht naar : gerichtshofs wird noch     


datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'gerichtshofs wird noch' ->

Date index: 2022-03-16
w