(6) Die geplante Verbringung darf nur erfolgen, wenn die in Artikel 16 Buchstaben a und b genannten Anforderungen erfüllt sind, und nur so lange, wie die stillschweigenden oder schriftlichen Zustimmungen aller zuständigen Behörden gültig sind.
6. De geplande overbrenging mag niet aanvangen vooraleer is voldaan aan de eisen van artikel 16, onder a) en b), en vindt plaats tijdens de geldigheidsduur van de (stilzwijgende of schriftelijke) toestemmingen van alle bevoegde autoriteiten.