35. fordert insbesondere, dass dem afrikanischen Kontinent und den Ländern mit den höchsten Indizes von Armut und Unterentwicklung neue Aufmerksamkeit zuteil wird und sie in den Genuss verstärkter Synergien zwischen humanitären Maßnahmen, Entwicklungsprogrammen und politischer Zusammenarbeit kommen; wirft die Frage nach der Einschlägigkeit der derzeitigen Aufteilung der Zuständigkeiten zwischen den externen Maßnahmen und der Entwicklung auf und schlägt eine Überprüfung dieser Aufteilung vor;
35. wenst in het bijzonder dat Afrika en de allerarmste en minst ontwikkelde landen meer aandacht krijgen en dat meer synergieën tot stand worden gebracht tussen het humanitaire beleid, de ontwikkelingsprogramma's en de politieke samenwerking; heeft vragen bij de wenselijkheid van de huidige verdeling van de bevoegdheden tussen externe betrekkingen en ontwikkelingssamenwerking en wenst dat deze opnieuw wordt bekeken;