22. erkennt an, dass die Staaten bei genetischen Ressourcen für Ernährung und Landwirtschaft voneinander abhängig sind, dass diese Ressourcen für die weltweite Ernährungssicherheit wichtig sind und dass diesen genetischen Ressourcen deshalb bei den Verhandlungen über eine internationale ABS-Regelung Beachtung zu schenken ist;
22. erkent de onderlinge afhankelijkheid van landen met betrekking tot genetische hulpbronnen voor voedsel en landbouw en hun betekenis voor wereldwijde voedselzekerheid en derhalve de noodzaak om in de onderhandelingen over de internationale ABS-regeling met deze genetische hulpbronnen rekening te houden;