6. Unter Verweis auf die Schlussfolgerungen des Europäischen Rates vom 16. Dezember 2005, wonach die diplomatischen Optionen der EU genauestens überprüft werden müssen und das Vorgehen der EU sich weiterhin eng an den Erklärungen und Maßnahmen Irans ausrichten muss, ist sich der Rat darin einig, dass die Wiederaufnahme der Anreicherungsaktivitäten eine negative Entwicklung darstellt.
6. Herinnerend aan de conclusies van de Europese Raad van 16 december 2005, waarin overeenstemming is uitgesproken over de noodzaak de diplomatieke opties van de EU nauwgezet te blijven evalueren en de aanpak van de EU verder af te stemmen op de verklaringen en acties van Iran, kwam de Raad overeen dat de hervatting door Iran van verrijkingsactiviteiten een negatieve ontwikkeling vormt.
