3. Der Rat vertritt die Auffassung, daß für den Beschluß zur Annahme des Artikels 40 auf jeden Fall an dem in Nummer 6 des Beschlusses I/10 genannten Verfahren festgehalten werden sollte, sofern kein geeigneteres Verfahren betreffend Nummer 6 des Beschlusses I/10 vereinbart wird, das die betroffenen Vertragsparteien in größerem Maß zufriedenstellen würde.
3. De Raad stelt zich op het standpunt dat het besluit tot goedkeuring van artikel 40 in ieder geval de procedure van lid 6 van Besluit I/10 onverlet moet laten, als er geen overeenstemming wordt bereikt over een geschiktere procedure betreffende lid 6 van Besluit I/10, waarin de betrokken Partijen zich meer kunnen vinden.