(4) Dänemark ist berechtigt, in Fällen, in denen ein Gericht eines Mitgliedstaats dem Gerichtshof eine Frage zur Vorabentscheidung über die Auslegung einer der in Artikel 2 Absatz 1 und Artikel 2 Absatz 2 genannten Bestimmungen vorgelegt hat, Erklärungen abzugeben.
4. Denemarken heeft het recht opmerkingen bij het Hof van Justitie in te dienen wanneer een rechterlijke instantie van een lidstaat heeft verzocht om een prejudiciële beslissing betreffende de uitlegging van een van de in artikel 2, leden 1 en 2, bedoelde bepalingen.