(1) Die Eigenmittel des E-Geld-Instituts gemäß den Artikeln 57 bis 61 sowie 63, 64 und 66 der Richtlinie 2006/48/EG dürfen nicht unter den jeweils höheren der in den Absätzen 2 bis 5 dieses Artikels bzw. Artikel 4 dieser Richtlinie genannten Beträge absinken.
1. Het eigen vermogen van de instelling voor elektronisch geld, als omschreven in de artikelen 57 tot en met 61, 63, 64 en 66 van Richtlijn 2006/48/EG, mag niet kleiner worden dan de bedragen die zijn voorgeschreven in de leden 2 tot en met 5 van dit artikel of in artikel 4 van deze richtlijn, indien dit hoger is.